Rechter: budget voor forensische zorg moet omhoog

De voorzieningenrechter in Den Haag heeft dinsdag beslist dat de tarieven die de Staat hanteert voor de betaling van forensische zorg niet ongewijzigd in stand kunnen blijven. Acht grote zorgaanbieders hadden een procedure gestart tegen DJI, die namens de Staat is belast met de inkoop van forensische zorg.

De zorgaanbieders bieden forensische zorg aan, waarvan een deel ook tbs-zorg. Op de door de Nederlandse Zorg Autoriteit (Nza) vastgestelde maximumtarieven voor zorg worden door DJI een aantal onverplichte kortingen toegepast, onder meer door invoering van een geïntegreerd maximum dagtarief. Daar maakten de zorgaanbieders bezwaar tegen. DJI weigerde daarnaast met hen in gesprek te gaan over de toepassing van een opslag op de tarieven. De aanbieders meenden daarop aanspraak te kunnen maken omdat zij, gelet op de zorgzwaarte, niet uitkomen met het maximumtarief en de Nza daartoe de mogelijkheid biedt.

Oordeel rechter
De rechter deelt de bezwaren van de zorgaanbieders tegen de invoering van een geïntegreerd maximum dagtarief. De juiste onderbouwing daarvoor ontbreekt en de motivering kan het besluit daartoe niet kan dragen. DJI heeft verder onvoldoende gemotiveerd dat met de toepassing van een generieke korting op de ambulante tarieven nog reële zorgtarieven worden geboden. Ook het feit dat zorgaanbieders geen enkele mogelijkheid wordt geboden om overleg te voeren met DJI over een opslag op de vastgestelde tarieven in verband met zorgzwaarte kan de toets der kritiek niet doorstaan.

De voorzieningenrechter beveelt DJI daarom het geïntegreerde maximum dagtarief vooralsnog niet te hanteren, de tariefkortingen op ambulante zorg nader te motiveren en in overleg te treden met de partijen die menen te kunnen aantonen dat zij op grond van zorgzwaarte in aanmerking komen voor een opslag op het maximumtarief.

Deel dit artikel via: