De in 2018 opgepakte terreurgroep die een grote aanslag in Nederland wilde plegen, gaat in hoger beroep. Dat maakt RTL Nieuws bekend. De tot 17 jaar veroordeelde hoofdverdachte beweert dat de aanslagplannen zijn uitgelokt door de AIVD.

De rechtbank in Rotterdam heeft de uit zes mannen bestaande groep veroordeeld tot celstraffen van 10 tot 17 jaar wegens het vormen van een terroristische organisatie en het voorbereiden van ‘een bloedige aanslag waarbij grote aantallen onschuldige personen het slachtoffer zouden moeten worden’. De groep had onder andere de Pride in Amsterdam op het oog. De aanslag kon worden voorkomen dankzij een maandenlange undercoveroperatie van de politie, waarbij zelfs kalasjnikovs, bomvesten en handvuurwapens werden geleverd, die voor de zekerheid vooraf onklaar waren gemaakt.

Uitgelokt
Volgens de advocaten weigeren de veroordeelden zich neer te leggen bij de opgelegde straf. Enkele van hen beweren niets geweten te hebben van een plan, wat de rechtbank volstrekt onaannemelijk vond. Hoofdverdachte Hardi N. gaf wel toe een aanslag voor te bereiden, maar verklaarde dat hij daartoe was uitgelokt door de AIVD. De geheim agenten zouden met hem over de islam hebben gesproken en hem hebben gesteund bij de uitvoering van zijn plannen. Maar dat betekent volgens de rechtbank niet dat de AIVD de plannen bedacht had. Daarvoor was N. zelf verantwoordelijk. Wel zou de AIVD zich volgens de rechters schuldig hebben gemaakt aan niet-toegestane beïnvloeding, door met de hoofdverdachte te mailen. De inlichtingendienst hoeft zich hiervoor niet te verantwoorden in het strafproces, wat volgens de rechtbank het waarborgen van een eerlijk proces in gevaar brengt. Daarom kreeg N. 17 jaar in plaats van de geëiste 18 jaar.

Ontoelaatbare invloed
De strafvermindering van 1 jaar vindt advocaat Serge Weening van Hardi N. te weinig. Omdat de AIVD zich volgens de rechter niet aan de wet heeft gehouden, wil hij het OM niet-ontvankelijk laten verklaren. Advocaat Bart Nooitgedagt van verdachte Morat M. vindt dat burgers niet op basis van geheim verkregen en oncontroleerbaar bewijs mogen worden veroordeeld. En advocaat Tamara Buruma van Shevan A. meent dat de uitspraak van de rechtbank laat zien dat de AIVD een ontoelaatbare invloed op het strafrechtelijk onderzoek heeft gehad. Zij wil dat het hoger beroep duidelijk maakt wat hiervan de consequenties moeten zijn voor het strafproces.

Openbaar Ministerie
Overigens zijn niet alleen de advocaten van de verdachten het oneens met de Rotterdamse rechtbank. Ook het Openbaar Ministerie heeft hoger beroep aangetekend. Men is het oneens met het oordeel dat de AIVD zich schuldig gemaakt heeft aan niet-toegestane beïnvloeding en wil N. daarom alsnog 18 jaar achter de tralies. Ook wil men de strafvermindering van drie andere verdachten ongedaan maken.
De Rotterdamse rechtbank erkende overigens wel dat dankzij het optreden van de AIVD en de undercoveragenten vele mensenlevens zijn gered. De door de groep geplande aanslag had eind 2018 moeten plaatsvinden en was gericht op een groot evenement. Men wilde eerste een autobom laten ontploffen om vervolgens met kalasjnikovs het vuur op de menigte te openen. De bomvesten waren bedoeld voor als zij gearresteerd dreigden te worden.
Het hoger beroep zal waarschijnlijk medio 2021 gaan plaatsvinden.