Bijna tweederde van de Nederlandse terreurverdachten is eerder verdachte geweest van een ander misdrijf. Dit blijkt uit onderzoek van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving dat deze vrijdag uitkomt.

Veel personen die van terrorisme worden verdacht zijn al eens eerder met justitie in aanraking gekomen wegens bedreigingen, winkeldiefstal of verstoring van de openbare orde. Dit concludeert het NSCR op basis van onderzoek naar het strafrechtelijke verleden van 353 Nederlandse terreurverdrachten. Het is voor het eerst dat hiernaar op grote schaal onderzoek is verricht en het gebeurde in opdracht van Politie en Wetenschap, een onafhankelijk onderzoeksprogramma bij de politie.

Geen diploma en geen werk
Bijna tweederde van de terreurverdachten heeft geen schooldiploma en ruim de helft zit zonder werk. Dit staat volgens criminoloog Elanie Rodermond haaks op het beeld dat terroristen vaak hoogopgeleid zijn. “Hun profiel verschilt nauwelijks van dat van de gewone crimineel.”
Het verband tussen criminaliteit en terrorisme is niet nader onderzocht, maar de onderzoekers adviseren wel om jongeren na strafvervolging beter te begeleiden, zodat zij weer onderdeel van de maatschappij worden. Dit verkleint de kans op radicalisering. De NCTV zegt uit onderzoeken wel verbanden te hebben ontdekt tussen criminaliteit en terreur. Zo zouden terroristen vaak dankzij banden met criminelen makkelijker aan benodigde wapens kunnen komen. Ook kan criminaliteit worden gebruikt om aan geld te komen waarmee de terroristische strijd wordt gesteund, maar dat gebeurt volgens het NSCR zelden.

Brussel
Ook na de grote aanslag op de luchthaven van Brussel bleek dat de daders een zwaar crimineel verleden hadden. De broers El Bakraoui waren wegens het plegen van meerdere overvallen in de gevangenis beland en werden daar geronseld voor het plegen van terroristische aanslagen. Hetzelfde geldt voor Samir A., van de destijds in Nederland actieve Hofstadgroep. Bekend is ook dat organisaties als IS zich expliciet op ex-criminelen richten om aan nieuwe strijders te komen. De politie zegt het rapport goed te kunnen gebruiken om beter te letten op jongeren die na detentie in een uitzichtloos bestaan terecht komen en geen startkwalificatie hebben voor de arbeidsmarkt.