Uitvoering rampenbestrijding voor verbetering vatbaar

In de ‘Staat 2016’ geeft de Inspectie Veiligheid en Justitie zowel een landelijk als regionaal beeld van de rampenbestrijding. Ook zijn verbeterpunten en ‘good practices’ geïnventariseerd. Van hieruit vraagt de Inspectie de veiligheidsregio’s de komende jaren te blijven investeren in samenwerking en daarbij zoveel mogelijk op maat en risicogestuurd te werken.

Een goede gezamenlijke voorbereiding tussen de hulpverleningsdiensten (politie, brandweer en ambulancezorg) in de veiligheidsregio’s en (vitale) partners zoals (energie)bedrijven is essentieel voor een adequate aanpak van rampen en incidenten. In de Staat van de rampenbestrijding 2016 stelt de Inspectie Veiligheid en Justitie dat de veiligheidsregio’s steeds beter zijn voorbereid op rampen en crisis en dat de samenwerking met de (vitale) partners en gemeenten is versterkt. Daadwerkelijk optreden, bij een echte calamiteit, stelt hoge eisen aan de uitvoering. Daar vraagt de Inspectie op een aantal punten nog om verbetering. Veiligheidsregio’s moeten blijven investeren in samenwerking, oefenen en kwaliteitszorg.

Oefenen
Juist omdat echte rampen en crises (gelukkig) niet vaak voorkomen,  benadrukt de Inspectie de noodzaak van grootschalig en multidisciplinair oefenen; alleen dan komt de specifieke dynamiek, die nodig is bij de aanpak van een echte ramp of crisis aan bod. Ook is het nodig om met de netwerkpartners, omliggende regio’s en buurlanden te blijven oefenen. Daarbij is het belangrijk dat de veiligheidsregio’s zelf meer zicht krijgen op de kwaliteit van de inzet en de eigen functionarissen. Dit kan volgens de Inspectie onder ander door alle GRIP-incidenten te blijven evalueren.

Normen
De Wet Veiligheidregio’s bevat tal van kwantitatieve normen, zoals de opkomsttijden van onderdelen van de crisisorganisatie, de samenstelling van teams en het tijdsbestek waarbinnen activiteiten moeten worden gestart. De Inspectie constateert in  de ‘Staat 2016’ dat veiligheidsregio’s hier in de praktijk flexibel mee omgaan, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. De Inspectie heeft minister Van der Steur geadviseerd deze bevindingen uit de ‘Staat 2016’ mee te nemen in het lopende traject van de aanpassing van het Besluit veiligheidsregio’s. Ook de in de praktijk opgedane ervaringen van de veiligheidsregio’s vindt de Inspectie hiervoor bruikbaar. Minister Van der Steur heeft de Staat van de Rampenbestrijding 2016 aan de Tweede Kamer aangeboden.

Deel dit artikel via: