Vervolgonderzoek naar terroristenafdelingen in PI’s

De Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) gaat onderzoeken of en hoe de terroristenafdelingen in Nederland de afgelopen jaren hun taakuitvoering hebben verbeterd. Zij wil onder meer weten hoe partijen met elkaar samenwerken als het gaat om de re-integratie van gedetineerden van de terroristenafdelingen naar de maatschappij.

Ook kijkt de Inspectie naar de kennis en kunde van medewerkers op de terroristenafdeling en de inschatting van het risico op radicalisering van gedetineerden.
Mensen die verdacht worden van of veroordeeld worden voor een terroristisch misdrijf komen terecht op een terroristenafdeling van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Nederland telt drie terroristenafdelingen in de gevangenissen van Vught, De Schie en Zwolle.

Positief
Eind 2018 onderzocht de Inspectie JenV het regime en de activiteiten op de terroristenafdelingen van PI Vught en PI De Schie. In Zwolle was er op dat moment nog geen terroristenafdeling. De Inspectie was toen positief over de manier waarop gevangenispersoneel het werk op de (toen) twee terroristenafdelingen uitvoert. Ook vond zij dat de terroristenafdelingen, Reclassering Nederland en de gemeenten zich voldoende inspanden om gedetineerden voor te bereiden op een verantwoorde terugkeer in de maatschappij.

Niet voldoende geborgd
Tegelijkertijd concludeerde de Inspectie onder meer dat er verbeteringen nodig waren in de samenwerking tussen betrokken partijen. Zo was de samenwerking tussen de gevangenissen en gemeentes in het kader van de re-integratie van gedetineerden niet voldoende geborgd. Ook werkten de terroristenafdelingen niet altijd met een risico-taxatie instrument dat helpt bij de inschatting van de kans op gewelddadig extremisme en radicalisering bij gedetineerden. Verder ontbrak het aan een duidelijk functieprofiel voor medewerkers van een terroristenafdeling. Zonder duidelijk functieprofiel is het lastig te bepalen wanneer medewerkers genoeg getraind zijn om op een terroristenafdeling te kunnen werken.

Met dit vervolgonderzoek wil de Inspectie kijken naar de opvolging van deze verbeterpunten en nagaan wat daarvan het resultaat is.

Deel dit artikel via: