Vingerafdrukken kunnen op meer manieren naar dader leiden

Uit een vingerafdruk blijkt veel meer informatie te halen dan alleen een patroon. Dat blijkt uit onderzoek door Ward van Helmond, die daarop op 12 november promoveert aan de TU Delft. Zijn bevindingen komen van pas als op een plaats delict vingersporen worden aangetroffen, die niet direct tot identificatie leiden.

Vingerafdrukken worden veel gebruikt binnen de forensische wetenschap en kunnen doorslaggevend zijn in een misdaadonderzoek. In potentie kan forensisch relevante informatie worden afgeleid uit de chemische samenstelling van vingersporen. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Ward van Helmond, die donderdag 12 november promoveert aan de TU Delft. Hij voerde het onderzoek uit bij het Nederlands Forensisch Instituut en het lectoraat Forensisch Onderzoek, een gemeenschappelijk lectoraat van de Politieacademie en de Hogeschool van Amsterdam. Lector Forensisch Onderzoek Christianne de Poot was vanuit de Politieacademie verbonden aan dit onderzoek.

Gewoonten
Het onderzoek toont aan dat de chemische samenstelling van een vingerafdruk mogelijk meer informatie kan opleveren over gebruiken, gewoonten en activiteiten van donoren. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om roken. Hierbij wordt gekeken naar profielen van verschillende moleculen die aanwezig zijn in vingersporen, zoals onder andere aminozuren en vetzuren. Met deze methode kan ook informatie uit sporen worden gehaald wanneer het vingerspoor van slechte kwaliteit is, of wanneer er geen referentieafdruk beschikbaar is, bijvoorbeeld in de database van de politie.

Condoomresten
Het onderzoek maakt deel uit van het overkoepelende project ‘Vingersporen, de bron en verder’, waarin gezocht wordt naar methoden om meer informatie uit vingersporen te halen. In het proefschrift schrijft Ward onder meer over de gebruikte methoden om de leeftijd van de vingerafdruk te onderzoeken en om stoffen uit vingerafdrukken te halen zonder dat het patroon wordt vernietigd. Daarnaast deed hij onderzoek naar de vraag of in vingersporen condoomresten zoals glijmiddelen te meten en zichtbaar te maken zijn. In totaal werden zo 66 vingersporen, met condoomresten van 32 verschillende condooms, gemaakt en gemeten. Uit alle vingerafdrukken kon van 91 procent het merk en type worden bepaald.

Trots
Het meest trots is Ward op de resultaten van een onderzoek tijdens Lowlands Science, het wetenschapsprogramma van het muziekfestival. “Door de bezoekers in te zetten voor onderzoek, hebben we daar een hele berg data kunnen verzamelen, met een kleine tweeduizend vingerafdrukken. Daarnaast vulden ze een vragenlijst in: geslacht, leeftijd, vegetariër of niet, medicijngebruik, et cetera. Wat cool is, is dat we in de afdrukken van mensen die roken sporen van nicotine konden zien en zo in 90 procent van de gevallen konden zeggen of iemand roker was of niet. Best wel gaaf dat we dat konden laten zien aan de hand van zo’n grote dataset, dat had nog niemand eerder aangetoond. Dit onderzoek was wel onder ‘lab-condities’ met verse afdrukken. In de praktijk weet je niet of de vingerafdruk al een dag of een week oud is en wat voor een invloed dit heeft op de methode. Ook worden vingerafdrukken in de praktijk vaak eerst behandeld om ze te visualiseren. Er moet dus nog verder onderzoek worden gedaan.”
“Maar de potentie van het onderzoek is er”, zegt Ward over zijn proefschrift. “Niet voor routinezaken op korte termijn, maar bijvoorbeeld wel wanneer er bij een zaak geen sporen zijn, maar alleen een vingerafdruk. Als er geen ‘match’ te vinden is in de database met vingerafdrukken, kun je op deze manier toch iets van informatie over de donor krijgen. Dat kan super waardevol zijn.”

Bron: Politieacademie.

Deel dit artikel via: