De voor particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus ontworpen wet PBR is dringend aan een herziening toe. Er wordt aan gewerkt, maar het resultaat laat nog wel even op zich wachten constateert oprichter Dennis Coelingh van ND-Netwerk na een gesprek een senior beleidsmedewerker, die de minister rechtstreeks adviseert over de herziening van de wet PBR.

De herziening van de wet PBR is omvangrijk, schrijft Coelingh op LinkedIn. De wet is aanzienlijk verouderd. Het doel is om het toetsingskader van de wet PBR, de persoonsgebonden pas en de screeningsmethodiek aan te passen. Het advies wordt naar verwachting medio 2024 aan de minister voorgelegd, waarna er een consultatieperiode zal plaatsvinden. Momenteel ligt de focus hierop.

24 tot 36 maanden
De wijzigingen aan wet moeten stap voor stap worden aangepakt, gewijzigd of herzien. Na de consultatieperiode duurt het 24 tot 36 maanden voordat de herziene wet PBR wordt ingediend en, als alles volgens plan verloopt, kan de implementatie ervan op zijn vroegst tussen 2026 en 2028 plaatsvinden. Binnen de elf regio’s van korpscheftaken wordt de wet PBR verschillend geïnterpreteerd, met variatie in de uitgifte van beveiligingspassen, screeningsprocedures en controles. Dit is een ondersteuningsbehoefte waarvoor geen snelle oplossing voorhanden is vanwege de prioriteit van de herziening.

ND-nummer voor ZZP’ers
Het aanpassen van het ND-nummer voor ZZP’ers is volgens Coelingh complex en vergt tijd. Justis hanteert de opvatting dat zelfstandigen met een KvK-nummer en naleving van screeningsvoorwaarden een ND-nummer kunnen verkrijgen. Justis is op de hoogte van de problemen, maar kan niet snel handelen. De wetdefinitie van een beveiligingsorganisatie belemmert snelle wijzigingen, aangezien een ZZP’er op zichzelf opereert en voldoet aan de regelgeving. Dit onderwerp zal verder worden besproken met betrekking tot toezicht op de uitvoering.

Inzet van servicemedewerkers
De inzet van servicemedewerkers wordt pas in de tweede helft van 2024 beoordeeld en het ND Netwerk zal hierbij als gesprekspartner fungeren. Justitie erkent dat servicemedewerkers zonder screening een aanzienlijke groep vormen en dat er actie moet worden ondernomen. Dit onderwerp wordt aangekaart als input voor de Tweede Kamer.