NVB en VVNL samen in gesprek, maar verdeeldheid over cao blijft

Werkgeversorganisaties VVNL en de Nederlandse Veiligheidsbranche (NVB) hebben deze week voor het eerst in jaren weer met elkaar om tafel gezeten. Het doel: samen zoeken naar oplossingen voor de toekomst van de cao in de beveiligingssector. Hoewel het overleg volgens VVNL-directeur Leon Vincken een eerste voorzichtige stap was richting meer onderling begrip, blijven de verschillen tussen beide partijen groot.
In de particuliere beveiligingssector bestaan momenteel twee cao’s: de cao Particuliere Beveiliging (van NVB) en de cao Veiligheidsdomein (van VVNL). Beide cao’s liggen ter beoordeling bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), met het verzoek om ze algemeen verbindend te verklaren. Dat zou betekenen dat de regels uit één van de twee cao’s voor alle beveiligers in Nederland gaan gelden.
VVNL, de branchevereniging voor onder andere horeca- en evenementenbeveiligers, heeft het ministerie gevraagd ruimte te geven om het overleg met de NVB voort te zetten. Doel is om samen te werken aan een breed gedragen cao-regeling met goede arbeidsvoorwaarden én voldoende flexibiliteit voor ondernemers.
NVB wil vooral snelheid
De Nederlandse Veiligheidsbranche ziet daar weinig in. Volgens NVB-voorzitter Ard van der Steur is er juist behoefte aan snelheid en duidelijkheid. Hij vindt dat het ministerie geen reden heeft om te wachten met het algemeen verbindend verklaren van de cao Particuliere Beveiliging. “Beveiligers willen weten of ze eerlijk betaald worden, bedrijven willen weten of ze de juiste arbeidsvoorwaarden toepassen”, stelt hij.
Dat standpunt wordt versterkt door een eerdere uitspraak van de Raad van State. Die bepaalde in oktober vorig jaar dat leden van VVNL minimaal de arbeidsvoorwaarden van de cao Particuliere Beveiliging moeten toepassen. Voor de NVB is dat reden om te stellen dat verdere vertraging onnodig is.
Rechtsonzekerheid blijft bestaan
VVNL wijst erop dat de voorgestelde oplossingen juist bedoeld zijn om voor de lange termijn rust te creëren in de sector. Vincken benadrukt dat werknemers zo maximaal kunnen profiteren van hogere lonen, terwijl werkgevers voldoende flexibiliteit behouden. Maar volgens Van der Steur nemen de voorstellen van VVNL de huidige rechtsonzekerheid voor duizenden beveiligers en vele beveiligingsbedrijven niet weg. Bovendien loopt er nog altijd een nieuwe gerechtelijke procedure van VVNL, ondanks de uitspraak van de Raad van State.
Wel samenwerking bij controle naleving cao
Over één belangrijk punt lijken de partijen elkaar inmiddels wel te vinden: de controle op naleving van de cao’s. VVNL en de NVB hebben afgesproken om de verplichte controles bij VVNL-leden in goed overleg te laten plaatsvinden. Daarmee willen beide partijen zorgen dat beveiligingsbedrijven zich aan de cao-regels houden, zodra deze definitief algemeen verbindend zijn verklaard.
Hoe nu verder?
De bal ligt nu bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Gaat het ministerie de wens van VVNL honoreren en ruimte geven voor verder overleg? Of volgt het de oproep van de NVB om snel knopen door te hakken en de cao Particuliere Beveiliging algemeen verbindend te verklaren?
Duidelijk is in elk geval dat beide werkgeversorganisaties het belang van goede arbeidsvoorwaarden en eerlijke concurrentie in de beveiligingssector onderkennen. Maar de weg naar een gezamenlijke cao-oplossing lijkt voorlopig nog lang en ingewikkeld.