OM: toename geweldszaken met wapen in 2019
Het Openbaar Ministerie heeft in 2019 minder strafzaken te behandelen gehad dan in 2018, maar de complexiteit en ernst ervan nemen elk jaar toe. Dat zegt Gerrit van der Burg, voorzitter van het College van procureurs-generaal in een toelichting op de eerste cijfers die het OM naar buiten brengt over 2019.
Vorig jaar handelde het OM in totaal meer dan 200.000 misdrijfzaken af, 25.000 zaken in hoger beroep, 122.000 overtredingszaken en 413.000 beroepszaken tegen verkeersboetes. Voor die 200.00 misdrijfzaken geldt dat het OM iets minder dan de helft van de zaken zelf afdoet, met een strafbeschikking, transactie of (voorwaardelijk) sepot. De andere helft gaat naar zitting.
Stijging cybercrime
Wat opvalt over 2019 is dat het aantal behandelde onderzoekszaken, strafzaken waarin sprake is van High Impact Crime, zoals ernstige geweldsmisdrijven, zedenmisdrijven, overvallen of straatroven, met 2 procent is gestegen. Het aantal (ernstige) zedenzaken dat instroomde nam zelfs met 8 procent toe ten opzichte van vorig jaar.
Geweldszaken
Daarnaast zag het OM een toename van 11,5 procent van geweldszaken waarbij door de verdachte een wapen werd gebruikt; van 1.000 naar 1.150 verdachten. Daarvan waren 117 verdachten minderjarig. Verder nam het aantal verdachten dat wordt vervolgd voor cybercrime toe met 26 procent. Het OM zag verder het aantal strafzaken voor mensensmokkel toenemen, met 53 procent van 147 naar 225. Het aantal zaken voor mensenhandel daalde echter met 14 procent: van 169 naar 145.
Zaken kosten meer tijd
De maatschappij verwacht steeds meer van het OM. Dat merkt het OM bij de behandeling van relatief eenvoudige delicten. Het volstaat niet meer om een zaak enkel vanuit strafrechtelijk perspectief te benaderen. Er gaat steeds meer aandacht naar de achterliggende problematiek van de verdachte. In 65 procent van de strafzaken sprake is van een verdachte met achterliggende problemen, bijvoorbeeld psychische problematiek, schulden, verslaving of een combinatie van daarvan. De maatschappij verwacht van het OM dat hier bij beoordeling van de strafzaak rekening mee wordt gehouden, om zoveel als mogelijk recidive te voorkomen. Dat betekent steeds meer en steeds vaker een samenwerking met ketenpartners als Reclassering en de Verslavingszorg.
Maatwerk
Het gevolg is dat relatief eenvoudige strafzaken, zoals winkeldiefstal of een eenvoudige vernieling of mishandeling, veel meer tijd en aandacht kosten dan pakweg tien jaar geleden. Van der Burg: “Het OM levert ook in relatief eenvoudige zaken maatwerk. Dat is op zich natuurlijk goed, maar dat betekent ook dat scherpe keuzes moeten worden gemaakt, omdat het OM altijd meer werk heeft dan het aankan. Met die hoge werkdruk hebben de collega’s dagelijks te maken, dat mag nooit worden onderschat.”
De politie signaleerde eerder dit jaar dat het meer werk heeft aan mensen met verward gedrag. Dat beeld herkent ook het OM. Vijf jaar geleden behandelde het OM circa 24.000 zogeheten BOPZ-dossiers om iemand gedwongen op te laten nemen in een inrichting omdat hij of zij een gevaar vormde voor zichzelf of voor anderen. In 2019 waren dat er 32.250; een toename van 35 procent ten opzichte van 2014.
Beveiligingsmaatregelen
Van der Burg: “2019 is een heel heftig jaar geweest voor het OM. Ik denk dan vooral aan de afschuwelijke moord op advocaat Derk Wiersum. Een flink aantal collega’s, maar ook politiemensen, rechters en advocaten kreeg daarna te maken met beveiligingsmaatregelen. En ik denk ook aan burgemeesters en journalisten die al lange tijd niet zonder beveiliging over straat kunnen, zoals John van den Heuvel. Dat heeft een ongelofelijke impact op hen. Ik heb veel respect voor hun moed om door te gaan ten behoeve van onze rechtsstaat.”
In mei volgt het jaarverslag van het Openbaar Ministerie met meer cijfers en duiding.