Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van twaalf jaar geëist tegen een 44-jarige man uit Amstelveen. Hij wordt verdacht van onder meer een gewelddadige roofoverval in april 2016, waarbij hij heeft geprobeerd een nu 60-jarige man te beroven.

De verdachte heeft bij de overval zulk grof geweld gebruikt, dat hij op de koop heeft toegenomen dat zijn slachtoffer daardoor zou komen te overlijden. Verdachte heeft dezelfde avond ook andere mensen bedreigd om hen hun dagomzet respectievelijk auto te kunnen afnemen.

Poging doodslag en afpersingen
De officier van justitie in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), somt de gedragingen op. “Hij heeft zich in minder dan een uur tijd schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag, twee voltooide afpersingen en een poging tot afpersing. Hij heeft daarbij zijn slachtoffers in een zeer bedreigende situatie gebracht, waarbij in één geval zeer ernstig geweld niet is geschuwd en ernstig letsel is toegebracht.”
De rechtbank in Amsterdam legde verdachte op 24 april 2017 een gevangenisstraf op van zeven jaar. Daartegen ging het OM in hoger beroep; de officier van justitie had twaalf jaar geëist.

Grote kracht
Nadat hij die avond een echtpaar had bedreigd in een poging hen van hun dagomzet te beroven, sloeg en schopte verdachte het toen 56-jarige slachtoffer minuten lang met grote kracht. Dat deed hij in de toegangshal van het flatgebouw waar de man woonde.
De verdachte gebruikte daarbij naast zijn voet ook een zware en grote zaklamp, die door het eerdere echtpaar uit zelfverdediging tegen de verdachte was gegooid. Het slachtoffer heeft meerdere minuten doodsangsten uitgestaan en liep behalve afgebroken voortanden onder meer ook diverse fracturen in zijn gezicht op. Tijdens de behandeling van het hoger beroep heeft de verdachte alles bekend.

Hoge straf
Ondanks het feit dat er in deze zaak geen dodelijk slachtoffer is gevallen, vindt de AG een hoge straf op zijn plaats. Dit vanwege het door verdachte gebruikte extreme ongeremde geweld en de gevolgen daarvan voor het slachtoffer. Waarbij in acht wordt genomen dat verdachte al eerder voor een soortgelijk feit tot een forse gevangenisstraf is veroordeeld. Volgens deskundigen is de kans groot dat verdachte opnieuw de fout in zal gaan.
Omdat verdachte zich in zijn proeftijd bevond van een eerder gepleegd strafbaar feit, heeft de AG ook de herroeping van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling gevorderd.

Het Gerechtshof in Amsterdam doet over twee weken uitspraak.