Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024

De Eerste Kamer heeft ingestemd met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024. Dit heeft onder andere gevolgen voor de regels omtrent brandveiligheid. Zo maakt de vergunning voor het brandveilig gebruiken van een gebouw binnen de nieuwe Omgevingswet plaats voor een meldingsplicht.
Minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening had de Kamer op 26 januari laten weten dat aan de voorwaarden voor een succesvolle invoering van de Omgevingswet kan worden voldaan op 1 januari 2024. Omdat de Kamer hiervan nog niet overtuigd was, vond er op 7 maart een debat plaats. De kritiek van een deel van de Kamer was vooral gericht op het zogeheten Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) dat de uitvoering van de Omgevingswet technisch ondersteunt. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is vanwege de problemen met het DSO inmiddels al vijf keer uitgesteld. Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. De Eerste Kamer stemde al in 2016 in met de Omgevingswet en in 2020 met de wet die de invoering van de Omgevingswet regelde.
Bundeling van plannen en vergunningen
Het omgevingsrecht stond voorheen in 26 verschillende wetten. Dit is gebundeld in de Omgevingswet, een samenhangend stelsel van planning, besluitvorming en procedures. De Omgevingswet heeft verschillende doelen, zoals betere mogelijkheden bieden voor een integraal beleid, een betere bruikbaarheid van het omgevingsrecht en substantiële vereenvoudiging in het omgevingsrecht.
Plannen en vergunningen worden zo veel mogelijk gebundeld, procedures worden sneller. Naar schatting 50.000 bestemmingsplannen en beheerverordeningen maken plaats voor circa 400 omgevingsplannen. Dankzij deze bundeling worden kosten bespaard, onderzoekslasten beperkt en komen er betere mogelijkheden voor digitale vaststelling en beschikbaarheid van plannen, besluiten en onderzoeken.