Onvoldoende bewijs dat deurbelcamera’s inbraken voorkomen

Er is onvoldoende bewijs dat deurbelcamera’s daadwerkelijk inbraken tegengaan, stelt Thom Snaphaan, associate lector Data, Criminaliteit & Veiligheid bij Avans Hogeschool. Dit terwijl de politie recent opriep om zoveel mogelijk woningen van een deurbelcamera te voorzien. “Camerabeelden helpen enorm. Zonder deze beelden zouden veel zaken onopgelost blijven”, reageert Sybren van der Velden Walda, landelijk projectleider woninginbraken bij de politie.
Snaphaan betwijfelt echter of deurbelcamera’s effectief zijn als preventiemiddel. “Het is aannemelijk dat criminelen worden afgeschrikt door een videodeurbel, maar dit is niet wetenschappelijk bewezen. Het kan net zo goed zijn dat inbrekers zich aanpassen, bijvoorbeeld door een bivakmuts te dragen.”
Hij noemt de oproep van de politie dan ook voorbarig. “We zouden pas massaal deurbelcamera’s moeten installeren als bewezen is dat ze werken. Dit is vergelijkbaar met medicijnen: je gebruikt ze pas als ze effectief blijken. Beslissingen moeten gebaseerd zijn op feiten en niet op aannames.”
Onderzoek nodig
Snaphaan pleit ervoor dat kennisinstituten en de politie gezamenlijk onderzoek doen naar de effecten van deurbelcamera’s. Hierbij moet niet alleen gekeken worden naar de primaire effecten, zoals het voorkomen en oplossen van inbraken en het verbeteren van het veiligheidsgevoel, maar ook naar de bredere maatschappelijke gevolgen. Denk hierbij aan de impact op privacy, sociale controle en het algehele veiligheidsgevoel in buurten.
Totdat er meer onderzoek is gedaan, blijft het onduidelijk of deurbelcamera’s daadwerkelijk een preventieve werking hebben tegen inbraken. Voor nu lijkt de effectiviteit ervan vooral gebaseerd op aannames en intuïtie, in plaats van harde feiten.