Openbare ruimtes moeten veiliger volgens Nederlanders
Meer dan de helft van de Nederlanders voelt zich in trein- en busstations niet veilig. Tevens is bijna acht op de tien ondervraagden van mening dat de openbare gelegenheden zélf verantwoordelijk zijn voor doeltreffende maatregelen om de veiligheid te garanderen.
Dit blijkt uit een onderzoek naar de perceptie van veiligheid van Nederlandse burgers, dat is uitgevoerd door ADT.
Openbare gelegenheden worden wat veiligheid betreft verschillend beleefd. Zo voelen Nederlanders zich in ziekenhuizen en bij toeristische attracties relatief het veiligst. Trein- en busstations (51 procent) worden als onveilig ervaren, op de voet gevolgd door uitgaansgebieden (46 procent). Opvallend is ook het gevoel van onveiligheid dat ervaren wordt in publieke parken (25 procent). Naast een gevoel van onveiligheid is ook onderzocht waar mensen zich in openbare ruimtes het meest aan ergeren. Vandalisme (62 procent) en respectloos gedrag (55 procent) kwamen daarbij als meest ergerniswekkend naar voren. Ook luidruchtig gedrag werd met 45% opvallend vaak genoemd.
Het afnemende gevoel van veiligheid wordt door het grootste deel van de Nederlanders onderschreven. Over het vertrouwen zelf te durven ingrijpen, wanneer bijvoorbeeld een groepje 14-jarigen een bushokje vernielt, lopen de gevoelens echter erg uiteen. Zo geeft ruim de helft (52 procent) van de ondervraagden aan niet in te zullen grijpen in een dergelijke situatie, terwijl 39 procent aangeeft dit waarschijnlijk wel te doen.
Wanneer er wordt gevraagd naar de effecten van mediaberichtgeving omtrent incidenten in openbare gelegenheden, geeft 70 procent van de Nederlanders aan dat deze bijdragen aan het gevoel van onveiligheid. Het inzetten van cameratoezicht heeft volgens 81 procent van de ondervraagden een positief effect op de veiligheid.









































































































