Overvallers verkijken zich op ouderen
Ouderen zijn bij woningovervallen lang niet zo hulpeloos als overvallers schijnen te denken en de buit is vaak laag. Onderzoek laat zien dat ouderen verrassend assertief reageren op deze criminelen.
Slachtoffers reageren verschillend, en de vaak onverwachte situaties waarmee de overvaller te maken heeft, maken hem onvoorspelbaar in zijn handelingen. Vallen slachtoffers de dader aan, dan lopen zij groot risico om gewond te raken. Al met al lijkt het er op dat het plegen van een overval onderschat wordt door de dader.
Dit blijkt uit een rapport ‘woningovervallen ontmaskerd’, dat door de dienst IPOL (KLPD) in opdracht van in opdracht van de Raad van Korpschefs van de politie. Het KLPD nam 163 overvallen onder de loep, waarbij in totaal 233 slachtoffers betrokken waren. De meesten zijn tussen de 35 en 64 jaar oud, 20 procent is ouder dan 64. In 73 procent van de berovingen bereidde de dader zich voor. Dit gold vooral voor woningovervallen op criminelen en ondernemers. Bij een derde van de overvallen werd geweld toegepast om aan de buit te komen. In twintig procent van de gevallen ging het om buitensporig geweld, dit betrof vooral overvallen op ondernemers. Meer dan de helft van de overvallers komt binnen door aan te bellen met een babbeltruc. De meeste overvallen worden tussen 17.00 en 02.00 uur gepleegd, met een piek tussen 20.00 en 23.00 uur.
Vorig jaar daalde het totale aantal woningovervallen met 9 procent ten opzichte van 2009, maar de overvallen op 55-plussers namen juist toe in aantal, van 159 in 2009 naar 184 in 2010. Dat is een toename van 16 procent. De politie adviseert slachtoffers bij een overval gebruik te maken van het RAAK-principe: Rustig blijven, Aanvaarden, Afgeven van geld of goed en Kijken. Direct na het vertrek van de dief moet het alarmnummer worden gebeld.