Politie en boa’s werken slecht samen
Politieagenten en boa’s werken slecht samen in de grote steden als het om handhaving in de openbare ruimte gaat. Dat komt onder meer door vooroordelen en het ontbreken van overleg.
Dat blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen in opdracht van het Programma Politie & Wetenschap. Volgens de onderzoekers Bas van Stokkom en Teun Eikenaar vinden veel politieagenten de gemeentelijke handhavers onvoldoende gekwalificeerd om boetes te geven, overlast te bestrijden of toezicht te houden op straat. Agenten voelen zich bovendien aangetast in hun eigen positie.
Volgens de onderzoekers verloopt de samenwerking tussen politie en boa’s moeizaam, terwijl er juist sprake zou moeten zijn van ondersteuning en uitwisseling. Toezichthouders mogen bijvoorbeeld op grond van de wet niet door de politie geïnformeerd worden over ernstiger zaken. Boa’s krijgen daarom niet te horen dat er overvallers of zakkenrollers actief zijn. De gemeentelijke toezichthouders melden op hun beurt weinig misstanden bij de politie.
Meer bevoegdheden voor de toezichthouders zouden de inzet en het aanzien van de gemeentelijke ordehandhavers verbeteren. Ook adviseren de onderzoekers de politie en opsporingsambtenaren meer informatie uit te wisselen en gezamenlijke briefings te houden om wederzijds begrip te kweken.









































































































