Slachtoffers van misdrijven krijgen, als zij via internet aangifte doen, binnenkort extra vragen over hun persoonlijke omstandigheden. Op die manier probeert de politie te achterhalen of ze hulp of zelfs bescherming nodig hebben, zo laat het Algemeen Dagblad weten.

Met de nieuwe vragen zegt de politie te willen voorkomen dat kwetsbare slachtoffers nog eens extra de dupe worden. In 2018 moet de procedure standaard zijn, maar eerst wordt proef gedraaid. Dat gebeurt in Arnhem en Maastricht. Mensen die daar aangifte doen, hebben de afgelopen maanden al kunnen melden of zij zich bedreigd voelen of om andere redenen bang zijn. De politie kijkt daarbij niet meer alleen naar de aard van de misdaad om het slachtoffer naar het juist loket door te verwijzen, maar neemt ook de omgeving van het slachtoffer onder de loep.

Actie
Met de kwetsbaarheidsanalyse kan de politie ook sneller nagaan of bijvoorbeeld vernieling van een autospiegel een kwestie is van vandalisme is of een gerichte actie tegen het slachtoffer. “In het verleden gingen we uit van de intuïtie en onderbuik van agenten”, zegt politiechef Oscar Dros tegen het AD. “Nu ondernemen we actie als blijkt dat de aangifte de slachtoffers in gevaar kan brengen of als ze nogmaals de dupe dreigen te worden van een misdrijf.”

Anonimiseren
Om de kans op wraakacties te verkleinen wordt het ook mogelijk om een aangifte zonder woonplaats te registreren of zelfs geheel te anonimiseren. In uiterste gevallen is het mogelijk om extra politiebescherming te krijgen, maar er kan ook een gesprek met de wijkagent plaatsvinden. “Er zijn lelijke voorbeelden uit de praktijk, waarbij het misgaat”, vervolgt Dros in de krant. Als voorbeeld noemde hij verpleegster Linda van der Giessen die aangifte had gedaan wegens stalking door haar ex. Zij kreeg geen bescherming en werd uiteindelijk op de parkeerplaats voor haar werk in Waalwijk doodgeschoten door haar ex. Dros: “De ontwikkeling past in onze toenemende aandacht voor het slachtoffer en bij de rechten van slachtoffers zoals die inmiddels bij wet zijn vastgelegd. We zijn van oudsher een organisatie die zich richt op de dader. We vangen boeven en verlenen hulp. Nu komt daar in toenemende mate de focus op het slachtoffer bij.”