Politie gebruikte vorig jaar opnieuw meer geweld

Agenten waren vorig jaar betrokken bij 20.667 incidenten waarbij 33.584 keer geweld werd gebruikt. Dat meldt de politie in het rapport Geweldsaanwendingen door politieambtenaren 2022. Het aantal keren dat geweld werd ingezet steeg daarmee met 12 procent ten opzichte van 2021.
Het gaat om verschillende vormen van geweld, zoals het gebruik van het vuurwapen, de wapenstok, pepperspray, het stroomstootwapen en in meer dan de helft van de gevallen om fysiek geweld zonder hulpmiddelen. Er werd 86 keer gericht geschoten en 4.414 keer werd een verdachte overmeesterd met het stroomstootwapen. In driekwart van de gevallen hoefde daarmee alleen gedreigd te worden. Frank Paauw, portefeuillehouder Conflict en Crisis Beheersing (CCB) bij de Nationale Politie is erg tevreden over het stroomstootwapen. “De samenleving verandert. Dat dwingt ons om nog zorgvuldiger om te gaan met de inzet van geweldsmiddelen om te voorkomen dat we in een neerwaartse geweldsspiraal terechtkomen. Het stroomstootwapen is een waardevolle aanvulling en heeft bewezen dat dreigen vaak al voldoende is om de situatie onder controle te krijgen. Dat betekent minder letsel en minder geweld.”
Grote verantwoordelijkheid
De politie wijt het toegenomen geweld aan de polarisatie van de maatschappij. Burgers en overheid komen steeds meer tegenover elkaar te staan, wat blijkt uit het grote aantal protesten die regelmatig in ernstige ordeverstoringen ontaarden. Daarnaast is het aantal incidenten rond mensen met verward gedrag met 7 procent gestegen. Paauw: “Het geweldsmonopolie schept verplichtingen en brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Politiewerk is mensenwerk, gelukkig maar. Vaak maken we in een fractie van een seconde goede inschattingen, maar helaas pakt het soms niet goed uit. Het is aan ons om daarvan te leren. Is het goed gegaan? Heb ik het in deze situatie goed gedaan? Zou ik het een volgende keer weer zo doen? Als een politiemedewerker en de organisatie zichzelf dat soort vragen stelt, leer je met elkaar van geweld.”
Mensenwerk
Paauw: “Het is belangrijk dat wij het lichtst mogelijke middel kiezen als we geweld moeten gebruiken; met zo weinig mogelijk letsel en met maximale aandacht voor de veiligheid van betrokkenen en politiemensen. Politiewerk blijft natuurlijk mensenwerk, waarbij agenten in een fractie van een seconde moeten beslissen hoe ze het beste kunnen handelen. Een foutloze politie kan ik daarom niet toezeggen. Een betrokken en dienstbare politie kan ik wel garanderen. Wat mij zorgen baart, is het geweld dat we noodgedwongen moeten inzetten tegen kwetsbare mensen. De zorg voor hen is doorgaans geen politietaak, aangezien veel mensen met verward gedrag die met de politie in aanraking komen niet of nauwelijks overlast geven en niet crimineel of gevaarlijk zijn.
Digitale wijkagent
“Politiemensen moeten in een veranderende maatschappij veilig hun werk kunnen doen”, benadrukt Paauw. “Dat verdienen zij en de burgers voor wie wij werken. Dat vraagt om maximale toe- en uitrusting van medewerkers.” Als voorbeeld noemt hij de aanpassing van trainingen en tactieken van de Mobiele Eenheid (ME). “Om de ME met haar tijd mee te laten gaan en toekomstbestendig te maken, gaan de trainingen en tactieken op termijn op de schop.”
Daarnaast pleit de portefeuillehouder ervoor dat er sneller toestemming van het Openbaar Ministerie komt om sociale media-kanalen beter in de gaten te kunnen houden. “We moeten werken aan onze digitale informatiepositie en een digitale wijkagent instellen. Dat kan helpen om vroegtijdig op situaties in te spelen.” Ook de-escalerend communiceren ziet Paauw als belangrijk leerpunt. Het is volgens hem een effectieve manier om de angel eruit te halen. In woord, maar ook in gebaar en gedrag. De Politieacademie heeft voor zowel nieuwe als al opgeleide agenten trainingen op het gebied van de-escalerende communicatie.