Politie krijgt meer bevoegdheden bij digitale opsporing
De Tweede Kamer heeft in ruime meerderheid ingestemd met de zogenoemde ’hackwet’. Deze gaat de politie veel meer mogelijkheden geven bij digitale opsporing, maar heeft als neveneffect dat ook bij onschuldigen wordt ‘gespioneerd’. Daarom wil het parlement wel scherp toezicht.
De ’wet computercriminaliteit III’ geeft de politie onder meer de bevoegdheid om zelf vanaf afstand in te breken op computers, servers en mobiele telefoons. Bij verdenking van sommige misdrijven mogen ze dan zelfs gegevens op deze apparaten veranderen of wissen om criminele operaties te verstoren.
Privacy
Privacy-organisaties zijn niet bepaald blij met wat zij de ’hackwet’ noemen. Ook sommige Kamerleden hebben er moeite mee. Een van de grotere bezwaren heeft betrekking op het niet melden van geconstateerde lekken in de beveiliging van bijvoorbeeld Windows. Dat heeft tot gevolg dat het ‘achterdeurtje’ ook door kwaadwillende hackers gebruikt kan worden. De politie wil in een dergelijk geval niet dat de fabrikant van de software het lek dicht, omdat ze er dan zelf ook geen gebruik meer van kan maken. Critici vinden het niet goed dat internet om dit doel onveiliger wordt, maar voorstanders vinden dat er een einde moet komen dat criminelen onbelemmerd en ongemerkt internet kunnen gebruiken voor hun doeleinden.