Politie verdeeld over aanpak rellende jongeren

In de afgelopen vijf dagen zijn in Utrecht ruim twintig relschoppers opgepakt. Veel politieagenten zijn boos dat aangehouden jongeren meestal al binnen een dag weer op straat staan. Zij weten wie de aanstichters zijn, maar mogen die niet oppakken, aldus NPB-bestuurder Paul Lathouwers tegenover NRC.
Wat begon in Den Haag is inmiddels overgewaaid naar Rotterdam en Utrecht. Jongeren spreken via sociale media af om in bepaalde buurten de boel op stelten te zetten. De politie heeft zicht op wie de initiatiefnemers zijn, maar worden ’s nachts de straat opgestuurd om de uitvoerders achterna te rennen. En die worden na een dag weer op vrije voeten gesteld, zelfs als zij met stenen naar de politie hebben gegooid, wat een agent als poging tot doodslag omschrijft.
Opruiing
Sommige agenten maken momenteel werkweken van 60 uur. De avonddiensten zijn verlengd van 23u naar 2u. “We weten wie voor de meeste problemen zorgen en die kunnen wij ook ’s morgens van hun bed lichten”, stelt een wijkagent uit de Utrechtse wijk Kanaleneiland. Ook Paul Lathouwers, regionaal vakbondsbestuurder van de Nederlandse Politiebond (NPB), pleit voor een andere aanpak, waarbij de focus op de veroorzakers van de rellen ligt. Dat zijn stuk voor stuk bekenden van de politie, die via sociale media de jeugd ophitsen tegen de politie. Twee van hen, mannen van 22 en 26 jaar oud, zijn inmiddels opgepakt op verdenking van opruiing. Een van hen wordt ook verdacht van vernieling van een bewakingscamera in Kanaleneiland.
Internet
Ook Jan Struijs, voorzitter van politievakbond NPB, vindt dat het beter is om eens de daders op te pakken, in plaats van eindeloos te debatteren over de oorzaak van de rellen. Die daders vindt je volgens hem niet op straat, maar op internet. De huidige aanpak leidt alleen tot een onevenredig grote inzet van de politie en veel schade. Intussen hebben de aanstichters de grootste lol als blijkt dat hun berichten weer eens tot brandstichtingen en vechtpartijen hebben geleid. De politie is intussen camerabeelden aan het bekijken om te zien of de aangerichte schade verhaald kan worden. In Den Haag wordt nauw samengewerkt met buurtbewoners om de onlusten de kop in te drukken. Het blijkt behoorlijk effectief als
wijkbewoners zelf laten merken dat zij het geweld in hun buurt niet langer tolereren.









































































































