Politie werkt met ‘onwettige’ inlichtingendienst
Naast de AIVD en MIVD beschikt de overheid over het Team Openbare Orde Inlichtingen (TOOI). Dat bespioneert burgers die mogelijk een dreiging vormen voor de openbare orde. Volgens RTL Nieuws gebeurt dit zonder toezicht door een democratisch controleorgaan, wat in strijd met de wet zou zijn.
De onderzoekers baseren zich op interne documenten en politiedossiers. Daaruit blijkt dat TOOI infiltreert, doelwitten stiekem volgt en informanten inzet. Zo wordt in het geheim informatie van mensen vergaard, van wie verwacht wordt dat die mogelijk de openbare orde ernstig gaan verstoren. Het gaat dan volgens RTL Nieuws om bijvoorbeeld mensen die zich geweldloos inzetten voor dierenrechten en het klimaat of die moslim zijn. Hun privacy wordt ernstig geschonden en ze krijgen een stempel opgedrukt waar ze moeilijk vanaf komen. Een vrijwilliger bij een moskee kreeg vanwege zijn contacten met een conservatieve prediker het stempel ‘jihadistisch terrorisme’ opgeplakt, waarna hij continu door de politie werd lastig gevallen en niet meer op reis kon omdat hij geregistreerd stond als terrorist.
Politiestaat
Volgens hoogleraar strafrecht Sven Brinkhoff van de Universiteit van Amsterdam hanteert het TOOI methodes die thuishoren in een politiestaat. Iedereen die nog nooit iets verkeerd heeft gedaan kan het doelwit worden. De politie hoeft maar een vermoeden te hebben om iemand als terrorist of extremist te bestempelen. En dat is volgens deskundigen volstrekt onvoldoende om een dergelijke inbreuk op de privacy te rechtvaardigen. Bovendien ontbreekt een wettelijk kader voor het tien jaar geleden gestarte TOOI, waardoor de politie volgens Brinkhoff feitelijk illegaal bezig is. Burgemeesters moeten toezicht houden op de politie en dus ook op het TOOI, maar dat gebeurt niet of nauwelijks, aldus de onderzoekers. Intussen gaan de ongeveer 140 medewerkers van de inlichtingendienst gewoon door met hun werk, waarbij ook gewone agenten worden ingezet.
Code
Wie wel eens een vreedzame demonstratie heeft georganiseerd bij een slachthuis waar dieren onnodig worden mishandeld, kan een zogenoemde CTER-code krijgen in het registratiesysteem van de politie. De afkorting staat voor Contra Terrorisme Extremisme Radicalisering. Wie zo’n code heeft wordt vaker gecontroleerd door de politie en benaderd als potentieel gevaar. Informatie over het doen en laten van de persoon worden gedeeld met binnen- en buitenlandse inlichtingendiensten.
Volgens het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Nationale Politie is er geen sprake van een onwettige werkwijze. De dienst maakt wel inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van doelwitten, maar slechts in geringe mate en binnen de kaders van de Politiewet. Burgemeesters geven wel toe dat het toezicht op TOOI tekort schiet en beloven verbetering. Wat het ministerie betreft worden de bevoegdheden en mogelijkheden van het TOOI de komende jaren nog verruimt.
Politiewet
Namens de politie reageerde landelijk portefeuillehouder TOOI, Stan Duijf. “Het ligt toch echt anders; die wettelijke grondslag is er wel degelijk en ons werk is gebaseerd op artikel 3 van de Politiewet. En het heimelijk inwinnen van informatie voor het handhaven van de openbare orde, gebeurt onder het gezag van de lokale burgemeester. Die wettelijke basis is er dus zeker. Wij doen gewoon legitiem werk. Wel zijn we al langer met de minister in gesprek over of de bevoegdheden voor TOOI niet zouden moeten worden verruimd. Omdat we steeds meer gewelddadige ordeverstoringen zien.”
Toch zegt Duijf de kritiek te herkennen dat er op het gebied van controle en toezicht zaken beter moeten worden georganiseerd. “Net zoals dit binnen het Team Criminele Inlichtingen (TCI) door de TCI-officier van justitie gebeurt, dient het TOOI goed te worden gecontroleerd door de burgemeester. Dat is een lastig proces omdat elke burgemeester het bevoegd gezag is in zijn of haar gemeente. Bij welke burgemeester moet je dan terecht, zeker als dezelfde raddraaiers telkens op verschillende plekken in het land opduiken? Dat zijn we nu met de burgemeesters en het ministerie beter aan het inregelen, want natuurlijk vind ik ook dat het extern toezicht op het TOOI op orde moet zijn. Ik ben ervan overtuigd dat daar een goede oplossing voor komt.”