Politie zoekt duizenden nieuwe rechercheurs
De Nederlandse politie is op zoek naar duizenden nieuwe rechercheurs om in te spelen op veranderende vormen van criminaliteit. Cybercriminaliteit en georganiseerde misdaad vragen om gespecialiseerde kennis en nieuwe aanpakken, zegt Fred Westerbeke, eenheidschef in Rotterdam en landelijk portefeuillehouder opsporing in De Telegraaf.
Inmiddels heeft de politie al ruim duizend nieuwe rechercheurs opgeleid via een versnelde opleiding van drie maanden. Hiermee hoeven kandidaten niet eerst als reguliere agent op straat te werken. Dit is noodzakelijk, want het tekort aan rechercheurs kan zonder actie oplopen tot twintig procent.
Specialisatie en vergrijzing
De vergrijzing binnen het politiekorps en de beperkte doorstroom van reguliere agenten dragen bij aan het tekort. Rechercheurs missen bovendien onregelmatigheidstoeslagen, wat de overstap minder aantrekkelijk maakt. Westerbeke benadrukt dat de recherche zich niet alleen moet richten op klassieke misdaad, zoals inbraken en overvallen, maar ook op complexe, digitale misdaad en internationale criminele netwerken. “Cybercriminaliteit is steeds toegankelijker geworden. Iedereen kan software kopen en gebruiken voor online misdrijven. Dit vraagt om rechercheurs met hbo- of academische opleidingen en specialistische kennis”, aldus Westerbeke.
Nieuwe opleidingsroutes
De politie experimenteert met twee nieuwe opleidingsroutes: de ESI-opleiding (twaalf weken) en de BOA-opleiding (tien weken). Deze verkorte trajecten richten zich specifiek op opsporingswerk. Hoewel de nieuwe rechercheurs geen wapens dragen, kunnen ze wel aanhoudingen verrichten.
De opleidingen zijn populair, maar de politie heeft te maken met zware concurrentie op de arbeidsmarkt. Westerbeke roept daarom op tot aanpassingen in de Politiewet, zodat deze nieuwe opleidingsmethoden definitief kunnen worden ingevoerd.
Ondanks de uitdagingen is Westerbeke positief. “In heel Nederland boeken we prachtige resultaten. Daar mogen we trots op zijn.”