Politiegeweld voortaan naar één gespecialiseerde rechtbank
De rechtbank Midden-Nederland krijgt de exclusieve bevoegdheid om zaken te behandelen waarin politiemensen zich voor de rechter moeten verantwoorden voor het gebruik van geweld. Dit blijkt uit een wijziging van het wetsvoorstel Geweldsaanwending opsporingsambtenaar.
Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid stuurde het wetsvoorstel ‘Geweldsaanwending opsporingsambtenaar’ deze week naar de Tweede Kamer. Beoordeling van politiegeweld vraagt om specifieke deskundigheid, vindt Grapperhaus. “De beslissing om in een concreet geval geweld te gebruiken valt vrijwel altijd in een complexe situatie. Bovendien heeft een politieagent vaak weinig tijd om te beslissen. Het is dan van groot belang dat het optreden van politiemensen achteraf wordt getoetst door een rechter die niet alleen gedegen kennis heeft van de regels en de omstandigheden waaronder opsporingsambtenaren geweld gebruiken, maar ook ruime ervaring heeft in het toetsen hiervan.
Concentratie van dit soort zaken bij één rechtbank kan volgens de minister een grote meerwaarde opleveren, omdat nu op één plaats opbouw van specialistische kennis kan plaatsvinden. Ook biedt het de rechtbank de mogelijkheid om gerichter te investeren in scholing op dit gebied.
Verheugd
De politie reageert verheugd op het voorgenomen besluit de rechtbank Midden-Nederland de exclusieve bevoegdheid te geven voor zaken over politiegeweld. “Het beoordelen van geweldstoepassing door politiemensen in een complexe situatie vraagt om specialistische kennis”, zegt korpschef Erik Akerboom.
Akerboom zegt de mening van minister Grapperhaus te delen dat dergelijke zaken om specifieke deskundigheid vragen.
Concentratie van dit soort zaken bij één rechtbank kan een grote meerwaarde opleveren, omdat nu op één plaats opbouw van specialistische kennis kan plaatsvinden. “En dat betekent ook voor onze collega’s dat er eenduidige uitspraken komen”, aldus Akerboom.