Avondklok blijft ondanks eerder rechterlijk verbod

De avondklok blijft voorlopig bestaan. Dat bepaalde het gerechtshof in Den Haag dinsdagavond tijdens een spoedappèl dat was aangespannen door de Staat. Dit in afwachting van een zaak in hoger beroep, die vrijdag om 10.00u zal plaatsvinden. Dan zal de zaak inhoudelijk worden behandeld.
Het Gerechtshof schorste de uitspraak van de Haagse rechtbank dat de avondklok per direct moet worden opgeheven. Dat betekent dat de avondklok tussen 21.00 uur en 4.40u voorlopig blijft bestaan. Het Hof vindt het belang van de Staat groter dan dat van de actiegroep Viruswaarheid, die via de rechter de avondklok wilde laten verbieden.
Jojo
Het Hof wil voorkomen dat er een soort jojo-effect ontstaat als de avondklok eerst wordt ingetrokken, om dan vrijdag weer van kracht te worden als de Staat de aangekondigde bodemprocedure wint. Volgens Willem Engel van Viruswaarheid maakte de rechter een grote fout, waarvoor verantwoording zal moeten worden afgelegd. Eerder wilde zijn advocaat de rechter wraken, omdat die vooringenomen zou zijn. Dat was volgens de wrakingskamer echter niet het geval. De advocaat was ook boos omdat de zaak al binnen een dag kon worden behandeld en de voorzitter van het hof het per abuis over Viruswaanzin had, in plaats van Viruswaarheid.
Buitengewone bevoegdheden
Dinsdagochtend verbood de rechter in Den Haag de avondklok omdat voor het invoeren gebruik is gemaakt van een bijzondere wet, de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg). Die wet biedt het kabinet de mogelijkheid om in zeer spoedeisende en buitengewone omstandigheden een avondklok in te stellen, zonder dat daarvoor eerst een wetgevingstraject – waarbij de Eerste en Tweede Kamer vooraf worden betrokken – moet worden doorlopen. De voorzieningenrechter oordeelde dat bij de invoering van de avondklok geen sprake was van de bijzondere spoedeisendheid die nodig is om gebruik te kunnen maken van de Wbbbg. Dit bleek uit het feit dat vóór de invoering van de avondklok al vaker over de mogelijkheid van een avondklok was gesproken.
Niet legitiem
De Wbbbg is dus volgens de rechtbank ingezet terwijl er geen sprake was van een situatie waarvoor de wet is bedoeld, zoals bijvoorbeeld het geval is bij een dijkdoorbraak. Daarom is de inzet van deze wet om de avondklok in te stellen niet legitiem.
De avondklok maakt volgens de rechter een vergaande inbreuk op het recht op bewegingsvrijheid en de persoonlijke levenssfeer en beperkt (indirect) onder meer het recht op vrijheid van vergadering en betoging. Dit maakt een zeer zorgvuldig besluitvormingsproces nodig. Vanwege de onrechtmatigheid heeft het opheffen van de avondklok geen opschortende werking. De avondklok moest van de rechter dus per direct worden opgeheven.
Het is nog niet bekend of een eventueel verbod met terugwerkende kracht wordt ingevoerd. Dat zou kunnen betekenen dat opgelegde boetes ongedaan moeten worden gemaakt.