Rijksbegroting voor veiligheid, politie en handhaving
Volgend jaar gaat 6,3 miljard euro naar de politie, 1,6 miljard naar rechtspleging en rechtsbijstand en 817 miljoen naar veiligheid en criminaliteitsbestrijding. Dat staat in de nieuwe begroting voor het ministerie van Justitie en Veiligheid, die gepresenteerd is ter gelegenheid van Prinsjesdag.
2,7 miljard is beschikbaar voor straffen en beschermen, 266 miljoen voor contraterrorisme en het nationaal veiligheidsbeleid en 1,2 miljard voor migratie.
Voor het gevangeniswezen is 2,2 miljard euro begroot en de IND kan rekenen op 471 miljoen. Het CJIB ontvangt van het Rijk 150 miljoen euro en 81 miljoen euro is gereserveerd voor het Nederlands Forensisch Instituut. De Justitiële uitvoeringsdienst Justis ontvangt volgend jaar 51 miljoen.
Verwacht wordt dat de politie 13 miljoen euro gaat binnenbrengen, terwijl rechtspleging en rechtsbijstand 169 miljoen moet bijdragen aan de schatkist. Veiligheid en criminaliteitsbestrijding moet zelfs 1,3 miljard gaan opleveren, waarvan 855 miljoen aan boetes en 384 miljoen aan ‘afpakken’, terwijl straffen en bescherming 88 miljoen moet opbrengen.
Veiligheidsagenda
In het volgende begrotingsjaar is een nieuwe veiligheidsagenda opgenomen voor de periode 2019-2022, waarin de minister van JenV, het college van procureurs-generaal en de regioburgemeesters de doelstellingen hebben geformuleerd. Deze Veiligheidsagenda is complementair aan de lokale veiligheidsagenda’s. Als gevolg van de uniformering van de financiële instrumenten in het kader van het project ‘op weg naar een digitale begroting’ wordt op artikel 31 de subsidie aan De Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie verantwoord op het financiële instrument ‘subsidies’ en wordt op artikel 32 de bijdrage aan de Raad voor de rechtspraak verantwoord op het financiële instrument ‘bijdragen medeoverheden. Met ingang van deze ontwerpbegroting rapporteert JenV breder over voorgenomen onderzoek, zodat beter inzicht geboden wordt in de brede onderzoeksprogrammering. Voorheen werd deze bijlage beperkt tot evaluatieonderzoek, maar daarmee ontstaat een minder integraal beeld.