De gemeente Rotterdam gaat door met de inzet van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) om seksuele straatintimidatie aan te pakken, meldt regionale omroep Rijnmond. De lopende proef, die in juli afloopt, wordt met een jaar verlengd. Daarnaast wordt het aantal speciaal opgeleide boa’s dat toezicht houdt bijna verdubbeld: van dertien naar 23.

De proef begon in juli 2024, tegelijk met de invoering van de nieuwe Wet seksuele misdrijven, die grensoverschrijdend gedrag op straat strafbaar stelt. Sindsdien surveilleert een team boa’s in burgerkleding op plekken waar de kans op intimidatie groot is. Zij mogen handhavend optreden bij bijvoorbeeld sissen, schunnige opmerkingen, hinderlijk volgen of ongewenste aanrakingen.
Hoewel de resultaten in aantallen nog beperkt zijn — in een jaar tijd leidde slechts één zaak tot een veroordeling — beschouwt de gemeente de aanpak als een belangrijke eerste stap. In dat ene geval werd een 33-jarige man uit Vlaardingen beboet voor het seksueel lastigvallen van een vrouw op het Schouwburgplein.

Gedragsverandering
Volgens wethouder Pascal Lansink-Bastemeijer (VVD) is de inzet vooral gericht op gedragsverandering. “Het uiteindelijke doel is een normverschuiving. Dat kost tijd en vraagt om een lange adem,” aldus de wethouder.
Rotterdam kampt al jaren met structurele seksuele straatintimidatie. Vooral meisjes, jonge vrouwen en mensen uit de lhbti-gemeenschap zijn vaak slachtoffer, blijkt uit onderzoek. De gemeente verzamelt ook meldingen via de StopApp. In 2024 kwamen er 635 meldingen binnen, waarmee zicht ontstaat op de locaties en tijdstippen waarop intimidatie het meest voorkomt.
Met de verlenging en uitbreiding van het boa-team hoopt Rotterdam de handhaving te versterken en de bewustwording over seksueel grensoverschrijdend gedrag verder te vergroten.