Rotterdam zou in strijd met de wet inlichtingen verzamelen
Rotterdam houdt er volgens NRC een eigen inlichtingendienst op na. Iets wat volgens de krant in strijd is met de wet. Doel van de dienst is het opsporen en bestrijden van radicalisering. Wettelijke kaders die ten onrechte verdachte personen moeten beschermen, ontbreken.
Officiële inlichtingen diensten, zoals de AIVD en MIVD, werken onder toezicht om te voorkomen dat de veiligheidszorg ten koste gaat van burgerrechten. Het toezicht trekt bijvoorbeeld aan de rem als de diensten informatie verzamelen en verwerken van personen die nergens van worden verdacht. Inlichtingendiensten hebben echter niet voldoende capaciteit om elke burger in de gaten te houden. Gemeentelijke instanties kunnen dan als ‘ogen en oren’ fungeren. In Rotterdam gebeurt dat in het kader van de aanpak radicalisering, extremisme en polarisatie. Onlangs werd deze aanpak geëvalueerd door een commissie van deskundigen.
Ontbrekende wettelijke kaders
De evaluatie van het gemeentelijke inlichtingenwerk bracht een groot aantal ontbrekende wettelijke kaders aan het licht, evenals grote politieke druk en overmatig veiligheidsdenken. Rotterdam maakt gebruik van zogenoemde sleutelpersonen, die in de wijken de ‘ogen en oren’ van het bestuur vormen. Hun functie lijkt zich te evolueren tot die van informant. En daar kleeft volgens NRC een risico aan, omdat er maar een dunne grens zit tussen ‘verklikker’ en ‘influencer’. Daar komt bij dat vooruitgelopen wordt op de voorgestelde wet ‘Persoonsgerichte aanpak en meldingen over radicalisering en terroristische activiteiten’ voor lokaal inlichtingenwerk. Dat betekent dat inlichtingen worden verzameld, zonder dat er waarborgen zijn voor ‘verdachte’ burgers.
Grenzen overschreden
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) treedt op als inspirator en financier van het gemeentelijke inlichtingenwerk. Niet alleen in Rotterdam, maar ook in andere gemeenten waar risicogroepen in de gaten worden gehouden. Volgens de evaluatiecommissie overschrijden de gemeenten de grenzen van hun taken en verantwoordelijkheden door zelf actief informatie over personen in te winnen. Ze mogen regisseren en faciliteren, maar niet zelf op onderzoek gaan. Onder het mom van hulpverlening of zorg wordt ‘achter de voordeur’ van risicogroepen gekeken, waarna informatie wordt doorgespeeld naar de politie, justitie en officiële inlichtingendiensten. Als dat tot strafzaken leidt, is de informatie overigens niet altijd bruikbaar, omdat deze op een onrechtmatige wijze verkregen is. De bevindingen van de commissie vormen voor de gemeente overigens geen reden om te stoppen met het inlichtingenwerk. Rotterdam zegt het belangrijk te vinden om een eigenstandige inschatting te kunnen blijven maken van het gedrag van individuele burgers.