Samenwerking BOA’s en politie nog niet wat het moet zijn
De samenwerking tussen BOA’s en de politie en bewapening van BOA’s. Dat waren twee van de hoofdonderwerpen tijdens de 14de Dag van de BOA. Het zijn onderwerpen waarover aardig wat discussie gaande is, zo bleek tijdens en na de voordracht van Jaco van Hoorn van de Nationale Politie.
Uit een enquête tijdens het congres bleek dat er sterk wisselend wordt gedacht over de samenwerking tussen de politie en de BOA’s. In sommige gemeenten gaat het perfect, in andere is er geen enkele sprake van samenwerking. In de meerderheid van de steden en buitengebieden zit het niveau daar tussen in, waarbij er wel een trend is naar betere samenwerking. “We moeten elkaar aanvullen en zo profiteren van elkaars kracht”, vertelde Jaco van Hoorn van de Nationale Politie voor een zaal vol handhavers. Hij noemde enkele voorbeelden van geslaagde samenwerkingen, maar gaf toe dat het niet altijd goed gaat. “Er zijn kansen en valkuilen.” Een valkuil is het nog altijd niet herstelde imago van handhavers. “Het onterechte beeld van ‘werklozen in uniform’ leeft nog steeds. Onterecht omdat de tijd van Melkertbanen allang voorbij is en de BOA’s van nu mbo-geschoold zijn.”
Geen wijkagenten
Van Hoorn sprak tegen dat handhavers een alternatief voor de wijkagent zijn geworden. “De politie wil aanwezig blijven in de wijken en handhaven. BOA’s beschouwen we daarbij als onze belangrijkste partners.” De politieman riep op om te blijven investeren in samenwerking binnen de kaders van de lokale driehoek. “Zo verdrijf je de negatieve beeldvorming. En als de politie niet naar jou komt, ga dan naar de politie toe.”
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten is volgens Van Hoorn ook voorstander van minder strikte grenzen rond de ‘domeinen’ waarbinnen de BOA’s mogen opereren. “We willen niet dat een BOA van het openbaar vervoer niet mag optreden als hij ziet dat er overtredingen op straat worden begaan.”
De grens ligt volgens de politieman daar waar het gevaarlijk wordt. “Je loopt als handhaver sowieso al een grotere kans om met agressie geconfronteerd te worden, dus zoek het niet op! Er wordt nu gevraagd om geweldsmiddelen, maar ik denk niet dat dat de oplossing is. Wij hebben die en als je dan ziet hoe vaak agenten nog bedreigd of verwond worden. Wapens voorkomen niet dat je slachtoffer wordt.”
Klachten over samenwerking
Veel BOA’s in de zaal vonden dat gelijkwaardigheid in de samenwerking met de politie vaak ver te zoeken is. ‘Wij zijn sterk afhankelijk van de politie en die ziet dat niet als omgekeerd’, vond een van de congresdeelnemers. Gelijkwaardig is volgens Van Hoorn niet hetzelfde als gelijk. “We doen niet hetzelfde werk, maar vullen elkaar wel aan. Maak daar goede afspraken over.” Een ander bekritiseerde de informatie-uitwisseling. ‘De politie hoort alles van ons, maar andersom is dat niet bepaald zo.’ “We hebben nu eenmaal regels die het moeilijk maakt bepaalde informatie te delen”, antwoordde de politieman. “Maar kijk naar wat er wel kan. Wij doen ons best om steeds de randjes van de wet op te zoeken en dan blijkt er best veel mogelijk.” ‘Het duurt vaak veel te lang voordat de politie er is om te helpen’, klaagde een andere congresdeelnemer. “Houd daar rekening mee als je een risico-inschatting maakt”, adviseerde Van Hoorn. “We geven de hoogste prioriteit aan meldingen van handhavers, maar in de buitengebieden kan het nu eenmaal langer duren voordat wij ter plaatse zijn. Probeer geweld dan te vermijden.” ‘Maar hoe kan je nou geweld vermijden’, vroeg iemand uit de zaal. ‘Geweld ontstaat bijna altijd vanuit een normale situatie en als je wegloopt ondermijn je je eigen gezag.’ Van Hoorn noemde een voorbeeld uit de eigen praktijk. “Ik werd ernstig geprovoceerd door een groep jongeren. Ik had er op af kunnen gaan om te vechten en proberen te winnen, maar ik besloot de komst van collega’s af te wachten. Toen de situatie weer rustig was, kwamen die en zaten de betreffende jongeren binnen no time op het bureau.”