Buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA)
Een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) is een functionaris die bevoegdheden heeft om bepaalde strafbare feiten op te sporen en hierbij handhavend op te treden, maar niet in dienst is bij de politie. BOA’s worden ingezet door verschillende instanties en organisaties, zoals gemeenten, provincies, waterschappen, openbaar vervoersbedrijven, en particuliere beveiligingsbedrijven.
De taken en bevoegdheden van een BOA kunnen variëren afhankelijk van hun specifieke functie en werkgebied. Over het algemeen zijn BOA’s belast met het handhaven van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid. Ze kunnen onder meer optreden tegen overtredingen van wet- en regelgeving op het gebied van milieu, verkeer, openbare dronkenschap, wildplassen, huisvuil dumpen, parkeren, en hondenbeleid.
BOA’s hebben specifieke bevoegdheden die hen in staat stellen om hun taken uit te voeren. Deze bevoegdheden kunnen onder meer bestaan uit het vorderen van identiteitsbewijzen, het uitdelen van boetes, het opmaken van processen-verbaal, het staande houden van personen, en in sommige gevallen zelfs het aanhouden van verdachten tot de politie arriveert.
Om als BOA te mogen optreden, moeten kandidaten een specifieke opleiding volgen en een examen afleggen waarin hun kennis van de relevante wet- en regelgeving wordt getoetst. Na het behalen van het examen ontvangen zij een BOA-certificaat dat aantoont dat zij bevoegd zijn om opsporingswerkzaamheden te verrichten binnen hun werkgebied.
Het inzetten van BOA’s draagt bij aan de handhaving van wet- en regelgeving en het bevorderen van een veilige en leefbare omgeving. Ze vormen een aanvulling op de reguliere politie en helpen bij het verminderen van overlast en het tegengaan van kleine criminaliteit.