Pepperspray, ook wel bekend als OC-spray (oleoresin capsicum), is een chemische stof die wordt gebruikt voor zelfverdediging en om aanvallers tijdelijk uit te schakelen door intense pijn en tijdelijke blindheid te veroorzaken. Het actieve ingrediënt in pepperspray is capsaïcine, een stof die van nature voorkomt in hete pepers zoals chilipepers.

Pepperspray wordt vaak gebruikt door wetshandhavingsinstanties, beveiligingspersoneel en soms ook door burgers voor persoonlijke veiligheid. Hier zijn enkele groepen die pepperspray mogen gebruiken:

1. Politieagenten: Wetshandhavingsagenten dragen vaak pepperspray als onderdeel van hun standaarduitrusting voor zelfverdediging en het handhaven van de openbare orde. Ze gebruiken pepperspray om verdachten onder controle te houden, agressieve personen te stoppen, of om zichzelf te beschermen tijdens confrontaties.
2. Beveiligingspersoneel: Beveiligingspersoneel, zoals particuliere beveiligers, bewakers, of beveiligingsagenten, kunnen ook pepperspray dragen en gebruiken als onderdeel van hun werkzaamheden. Ze kunnen pepperspray gebruiken om zichzelf te verdedigen tegen aanvallers of om verdachte personen te stoppen.
3. Burgers voor zelfverdediging: In Nederland is het bezit en gebruik van pepperspray gereguleerd door de wet. Pepperspray wordt beschouwd als een verboden wapen volgens de Wet wapens en munitie (Wwm). Dit betekent dat het over het algemeen verboden is voor burgers om pepperspray te bezitten, te dragen, of te gebruiken voor zelfverdediging. Het onrechtmatig bezitten of gebruiken van pepperspray kan leiden tot strafrechtelijke vervolging en ernstige consequenties.

Het gebruik van pepperspray is gebonden aan bepaalde richtlijnen en wetten om misbruik te voorkomen en de veiligheid van zowel de gebruiker als anderen te waarborgen. Personen die pepperspray mogen dragen en gebruiken, worden vaak getraind in het juiste gebruik ervan en moeten zich houden aan de geldende wet- en regelgeving met betrekking tot zelfverdediging en het gebruik van geweld.