Een vluchtweg in een gebouw is een vooraf bepaalde route die mensen moeten volgen om veilig uit het gebouw te kunnen evacueren tijdens noodsituaties zoals brand, aardbevingen, explosies of andere noodsituaties. Deze routes zijn speciaal ontworpen en aangegeven om een snelle en efficiënte evacuatie mogelijk te maken, waarbij de veiligheid van alle aanwezigen in het gebouw wordt gewaarborgd.

Belangrijke kenmerken van vluchtwegen zijn onder meer:

1. Duidelijke markeringen: Vluchtwegen worden vaak gemarkeerd met duidelijke borden, pictogrammen of lichtgevende signaleringen die mensen de weg wijzen, zelfs in omstandigheden met verminderd zicht of rookontwikkeling.
2. Vrije doorgang: Vluchtwegen moeten te allen tijde vrij toegankelijk zijn en mogen niet worden geblokkeerd door obstakels, meubels of andere voorwerpen.
3. Minimale afstand: Vluchtwegen moeten voldoende breed zijn om een vlotte en ordelijke evacuatie van mensen mogelijk te maken. Er zijn wettelijke voorschriften voor minimale breedtes van vluchtwegen, afhankelijk van het verwachte aantal personen dat het gebouw gebruikt.
4. Nooduitgangen: Vluchtwegen leiden meestal naar nooduitgangen of uitgangen die direct naar buiten leiden, zoals deuren, ramen of trappen die zijn ontworpen om snel en veilig te kunnen worden geopend of gebruikt.
5. Rookvrije ruimtes: Idealiter worden vluchtwegen ontworpen en geplaatst om mensen weg te leiden van rookontwikkeling en brandhaarden, om hen zo veilig mogelijk uit het gebouw te laten ontsnappen.

Het is van vitaal belang dat vluchtwegen duidelijk zijn aangegeven, goed onderhouden worden en regelmatig worden getest om ervoor te zorgen dat ze altijd klaar zijn voor gebruik in noodsituaties. Bovendien moeten alle aanwezigen in het gebouw op de hoogte zijn van de locatie en het gebruik van vluchtwegen en nooduitgangen, en moeten ze regelmatig oefenen met evacuatieprocedures om de veiligheid te waarborgen.