Een groot deel van de Nederlanders is niet voorbereid op een noodsituatie. Slechts 31 procent heeft een noodpakket in huis en maar 18 procent beschikt over een noodplan. Dat blijkt uit nieuw onderzoek in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Hoewel zes op de tien Nederlanders denken dat de kans op een grote ramp — zoals een langdurige stroomuitval, cyberaanval of extreem weer — is toegenomen, ontbreekt het velen aan concrete voorbereidingen. Minder dan de helft van de ondervraagden weet hoe te koken zonder elektriciteit, en slechts een derde heeft genoeg drinkwater voor drie dagen.
Om die bewustwording te vergroten, start het ministerie in november een nieuwe ‘Denk vooruit’-campagne. De boodschap: zorg dat je jezelf minstens 72 uur kunt redden zonder hulp van buitenaf. Via de website denkvooruit.nl en lokale acties worden mensen aangemoedigd drie stappen te zetten: een noodpakket maken, een noodplan opstellen en afspraken maken met naasten.

Voorbereiding essentieel

Utrechts burgemeester Sharon Dijksma, tevens voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, benadrukt de urgentie. “Veel mensen denken bij een stroomuitval: we steken wat kaarsen aan en het komt wel goed. Maar de realiteit is dat toiletten niet meer doorspoelen, koelkasten uitvallen en 112 niet bereikbaar is”, zegt ze. “We willen geen paniek zaaien, maar wél eerlijk zijn over de risico’s.”
Volgens Dijksma toont het onderzoek aan hoe afhankelijk Nederland is geworden van moderne technologie. “We leven ver van de overlevingsmodus. We hebben altijd stroom, internet en pinbetalingen, maar nauwelijks een buffer om drie dagen te overbruggen.”
Demissionair minister Foort van Oosten noemt voorbereiding essentieel in deze onzekere tijden. “Door geopolitieke spanningen en extremer weer is het belangrijk dat iedereen nadenkt over hoe je jezelf én elkaar kunt helpen als het misgaat.”