Videoanalyse speelt een steeds grotere rol in uiteenlopende sectoren, van de luchtvaart tot de detailhandel. Bedrijven en organisaties beschikken vaak over honderden tot duizenden camera’s waarmee ze data verzamelen. Het Amerikaanse softwarebedrijf Network Optix helpt hen om die enorme hoeveelheid videobeelden slim te beheren en analyseren. Daarbij maakt het gebruik van de nieuwe Intel Core Ultra 200H-processoren, speciaal ontwikkeld voor AI-toepassingen aan de rand van het netwerk — oftewel ‘edge AI’.

Met deze krachtige chips, voorzien van geavanceerde CPU’s, GPU’s en NPU’s, kunnen organisaties lokaal grote hoeveelheden videodata verwerken zonder afhankelijk te zijn van dure of trage cloudoplossingen. Dit bespaart niet alleen bandbreedte, maar verhoogt ook de snelheid en efficiëntie van analyses. Zo kunnen bijvoorbeeld fabrieken automatisch bijhouden hoeveel producten er van de band rollen, of detecteren wanneer medewerkers hun veiligheidskleding niet dragen.
Een opvallende innovatie van Network Optix is hun nieuwe prototype voor natuurlijke taalbediening. Hiermee kunnen gebruikers simpelweg in gewone taal intypen waarnaar ze zoeken in de videobeelden, zoals ‘auto-ongeluk’ of ‘persoon zonder helm’. Binnen enkele seconden worden alleen de relevante fragmenten uit zowel livebeelden als opgeslagen video getoond.
Deze technologie bewijst zijn kracht in praktijksituaties. Denk aan verkeerscentrales die automatisch gealarmeerd worden bij incidenten. Ook voor universiteiten, winkelcentra of politie-afdelingen betekent deze ontwikkeling een enorme vooruitgang in veiligheid en efficiëntie.
Dankzij AI-modellen zoals CLIP van OpenAI kan de software objecten, kleuren en menselijk gedrag herkennen zonder gebruik te maken van gezichtsherkenning. Privacy blijft daarbij gewaarborgd, omdat alle data lokaal verwerkt wordt. Later dit jaar start Network Optix met het testen van de nieuwe taalgestuurde software bij ontwikkelaars.

Lees hier het volledige artikel (Engelstalig).