Spoedwetgeving op het terrein van Justitie en Veiligheid

Er komt een spoedwet die praktische problemen moet lossen die het gevolg zijn van de coronacrisis. Zo wordt het mogelijk naast of in plaats van bloed, ook speeksel of slijm af te nemen van een verdachte, als het vermoeden bestaat dat deze drager is van een ernstige besmettelijke ziekte. Dit betekent dat verdachten kunnen worden getest op het corona-virus.

Behalve de directe bestrijding van het coronavirus is het ook van groot belang dat de samenleving zoveel als mogelijk normaal blijft functioneren. Bestaande wetgeving biedt al veel ruimte om praktische problemen op te lossen die het gevolg zijn van de coronacrisis. Waar dat niet het geval is, zijn nieuwe tijdelijke wettelijke voorzieningen of aanpassingen nodig. Dit kan deels met terugwerkende kracht. Een en ander wordt geregeld in een wetsvoorstel van minister Dekker voor Rechtsbescherming en minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid waarmee de ministerraad heeft ingestemd.

Elektronische communicatiemiddelen
De rechtspraak kan in meer gevallen elektronische communicatiemiddelen inzetten. Er wordt al gebruik gemaakt van videoverbindingen tijdens een mondelinge behandeling. Straks kan dit vaker worden toegepast zodat bijvoorbeeld een advocaat of een procespartij niet fysiek hoeft te verschijnen omdat met beeldbellen kan worden volstaan.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Deel dit artikel via: