Stijgende criminaliteit in natuurgebieden

De criminaliteit in Nederlandse natuurgebieden neemt ernstig toe en boswachters voelen zich steeds minder veilig. Volgens de BOA Bond worden natuurgebieden steeds vaker gebruikt voor drugshandel, illegale stortingen en stroperij. Boswachters, ook wel groene opsporingsambtenaren genoemd, durven in toenemende mate niet meer in te grijpen uit angst voor geweld.
“Voor hetzelfde geld kijk je ineens in de loop van een pistool”, zegt een boa die anoniem wil blijven tegenover De Telegraaf. Door het gebrek aan politieondersteuning blijven sommigen liever op kantoor dan het risico te nemen in het veld. De voorzitter van de BOA Bond, Richard Gerrits, waarschuwt dat criminelen vrij spel krijgen doordat er nauwelijks toezicht is. Ook het verkrijgen van persoonsgegevens voor het opstellen van processen-verbaal blijkt steeds lastiger. “Zonder die gegevens kunnen we niet handhaven, wat enorm frustrerend is”, aldus Gerrits.
Samenwerking noodzakelijk
Hoewel de politie stelt dat er geen beleidswijziging is en dat boa’s in nood kunnen rekenen op hulp, erkent men dat directe ondersteuning in afgelegen gebieden soms moeilijk is. Volgens de politie zijn duidelijke afspraken over samenwerking noodzakelijk om effectieve handhaving mogelijk te maken.
In de praktijk voelen boswachters zich echter steeds machtelozer. Zelfs bij kleine overtredingen zoals loslopende honden of zwerfvuil kunnen confrontaties escaleren. “Je wil gewoon veilig thuiskomen”, aldus een boswachter.
De BOA Bond pleit voor betere samenwerking, meer training en betere uitrusting voor boswachters. Zonder ingrijpen dreigen natuurgebieden te verworden tot vrijplaatsen voor criminaliteit. Staatsbosbeheer zegt de zorgen deels te herkennen, maar volgens de bond brengen veel boswachters inmiddels meer tijd achter hun bureau door dan in de natuur. Het gebrek aan veiligheid tast niet alleen het werkplezier van boswachters aan, maar vormt ook een bedreiging voor natuurbeheer en het publieke vertrouwen.