Een storing in het C2000-netwerk die zich eind vorig jaar voordeed werd veroorzaakt door het dataverkeer van geïnstalleerde beveiligingscamera’s. Deze camera’s waren geïnstalleerd naar aanleiding van de reeks brandstichtingen, die toegeschreven worden aan tegenstanders van het 5G-netwerk.

Dit schrijft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid in een brief aan de Tweede Kamer. Begin vorig jaar werd er overgestapt naar een vernieuwd C2000-spraaknetwerk. Dit werkt volgens de bewindsman uitstekend, maar eind vorig jaar trad ineens een storing op. Nader onderzoek leerde dat deze veroorzaakt werd door de bewegingsmelders en bewakingscamera’s, die waren aangebracht om eventuele brandstichters te signaleren. De transmissie van de camerabeelden zorgde voor problemen in het opzetten van gesprekken van C2000 en het beheerverkeer. Het spraak- en pagerverkeer bleef wel gewoon functioneren. Om storingen te voorkomen werd de beeldkwaliteit van de camera’s verlaagd. Dit blijft zo tot een oplossing voor het probleem is gevonden.
De politie is overigens niet volledig afhankelijk van C2000. Elke regionale eenheid beschikt namelijk over een afzonderlijk toestel met een ‘Push-to-Talk’-app. Deze werkt ook op al aanwezige toestellen. De minister wil echter een gezamenlijke terugvaloptie voor C2000 en is daarvoor een Europese aanbesteding gestart. Het C2000-verkeer kan dan bij storingen ook via gewone smartphones plaatsvinden, via de gebruikelijke netwerken van telecomproviders.