Tijdelijke wet vergemakkelijkt het weren van cyberaanvallen

De ministers Hanke Bruins Slot (BZK) en Kajsa Ollongren (Defensie) komen met een tijdelijke wet die de AIVD en MIVD in staat stelt hun bestaande bevoegdheden effectiever en sneller in te zetten tegen cyberdreigingen die steeds vanuit andere landen komen. Dit moet nog wel binnen een dekkend toezichtstelsel.
Bepaalde landen zoals Rusland en China voeren digitale aanvallen uit op Nederland en Nederlandse belangen om te spioneren, te beïnvloeden of te saboteren, zeggen de ministers. Deze landen worden volgens hen ook steeds actiever met hun aanvallen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het stelen van gevoelige informatie of het saboteren van vitale infrastructuur. De landen maken voor hun cyberaanvallen gebruik van digitale infrastructuur, verspreid over de hele wereld en wisselen hierbij voortdurend van positie. Voorheen moest elke keer opnieuw toestemming worden gevraagd als een aanval ineens vanuit een ander land kwam. Dat hoeft nu niet meer.
Snelle en effectieve inzet nodig
Deze cyberdreiging vereist een snelle en effectieve inzet van bestaande bevoegdheden en een dekkend waarborgenstelsel dat past bij de benodigde snelheid. Dit is noodzakelijk om voldoende zicht te houden op de dreiging afkomstig van deze landen.
Met de tijdelijke wet kunnen de diensten effectiever en sneller invulling geven aan bevoegdheden zoals onderzoeksopdrachtgerichte interceptie (bulkinterceptie) en het verkennen en binnendringen van geautomatiseerde netwerken (hacken).
Dit vraagt om adequaat toezicht dat past bij het dynamisch karakter van de cyberaanpak. Het voorstel voorziet hierin en regelt voor enkele bevoegdheden een verschuiving in het stelsel van toezicht, van bindende toetsing vooraf naar bindend toezicht tijdens en na de inzet van een bevoegdheid.