Toch nog ruim 80 slachtoffers van verboden vuurwerk
Uit een inventarisatie van De Telegraaf blijkt dat er ondanks het vuurwerkverbod toch nog tachtig slachtoffers in het ziekenhuis zijn beland. Het verbod was juist ingesteld om de door COVID19 overbelaste zorg te ontzien. In het oosten van het land eisten ook legale vormen van vuurwerk hun tol. Een jongen van 12 kwam om het leven.
Het vuurwerkverbod heeft wel enorm geholpen. Toen eind 2019 vuurwerk nog was toegestaan, kwamen er 1300 mensen op de spoedeisende hulp terecht. Vorig jaar, toen er eveneens een vuurwerkverbod gold, waren dat er 400. In Haaksbergen kwam een 12-jarige voorbijganger om het leven, toen een zogenoemde klaphamer een veel te zware explosie veroorzaakte. Het gebruik van de klaphamer werd evenals het carbidschieten vreemd genoeg niet verboden. Verder waren er zwaargewonden, vooral door gebruik van extreem zwaar vuurwerk, dat sowieso verboden is voor Nederlandse particulieren.
Cobra’s
In Kootwijkerbroek liet een jongen een Cobra 6 in zijn hand ontploffen. Hij zal het de rest van zijn leven met één hand moeten doen. Zijn vriend liep letsel in zijn gezicht op. Ook in Callantsoog verloor iemand een hand. In Berkel en Rodenrijs raakte iemand een voet kwijt toen zijn tas met vuurwerk ontplofte. In Twente kwamen maar liefst 21 mensen met letsel naar het ziekenhuis. Ook het LUMC in Leiden had het druk. Daar werden zes slachtoffers van Cobra’s binnengebracht. De politie liet het Team Explosieven Verkenning (TEV) opdraven om nog onontplofte Cobra’s op te ruimen. Veel slachtoffers waren er ook in de Veiligheidsregio Noord- en Oost. 28 mensen moesten zich in het ziekenhuis laten behandelen wegens letsel aan ogen, gezicht en handen. Mogelijk zijn er meer slachtoffers gevallen. Nog niet alle veiligheidsregio’s hadden hun inventarisatie compleet.