Volgens het ministerie van Justitie & Veiligheid neemt de criminaliteit nog steeds behoorlijk af. Maar parlementariërs hebben daar hun twijfels over. Dat bleek vanochtend tijdens een debat in de Tweede Kamer over een brief van eind 2018 waarin de ministers de laatste criminaliteitscijfers bekend maakten.

De Kamerleden twijfelen niet aan de cijfers over geregistreerde criminaliteit, maar stellen dat ook heel veel criminaliteit niet wordt geregistreerd. Daarbij gaat het ook om zware criminaliteit, gepleegd door georganiseerde bendes. Niet alleen is de registratie niet op orde, het gebeurt ook dat door de politie geconstateerde misdrijven zodanig worden beschreven dat er voor het OM geen noodzaak is om tot nadere opsporing te bevelen. Op die manier probeert de politie de werkdruk binnen de perken te houden. Het oplossen van een straatroof vergt veel politiecapaciteit. Wanneer er ‘zakkenrollen‘ van wordt gemaakt, vindt wel registratie plaats, maar geen nader onderzoek. Mede om die reden heeft de Kamer gewoon geen beeld van de echte totale omvang van de criminaliteit, stelde Tweede Kamerlid Michiel van Nispen van de SP tijdens het debat. Ook Lilian Helder van de PVV had kritiek. Door bepaalde definities te gebruiken verandert een criminele bende in een groep die overlast veroorzaakt. Op die manier ontstaat niet alleen een vertekend beeld van de werkelijkheid, maar wordt ook het doen van aangifte ontmoedigd. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid sprak de kritiek niet tegen. Hij zou samen met de korpschef kijken hoe het verbloemen van criminaliteitscijfers kan worden tegengegaan.