Twijfels over betrouwbaarheid Nederlands Forensisch Instituut
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut kan voor een verdacht het verschil maken tussen 20 jaar cel of vrijspraak. Een onderzoekscommissie zet echter vraagtekens achter de betrouwbaarheid van het instituut, zo meldt De Telegraaf.
De commissie bestaat uit drie hoogleraren en is ingesteld door de minister van Justitie en Veiligheid. Sinds april onderzoekt zij de methoden die het NFI gebruikt en of NFI-medewerkers niet in strijd met gedragsregels handelen. Ook strafrechtadvocaten maken zich zorgen over misstanden die vanuit het instituut naar buiten komen en vrezen dat er grote gevolgen kunnen zijn voor lopende en reeds afgesloten strafzaken. Jeroen Soeteman, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, sluit niet uit dat er momenteel mensen ten onrechte achter de tralies zitten en eist daarom openheid van minister Grapperhaus.
Rapportcijfer 3
Strafrechtadvocaat Bart Nooitgedacht zegt in De Telegraaf dat in strafprocessen veel waarde wordt toegekend aan rapportages van het NFI. Dan is het volgens hem ook wel essentieel dat daar volledig op vertrouwd kan worden. Advocaat Willem Jan Ausma voegt daar aan toe dat de onderzoeksmethoden van het NFI zo ingewikkeld en specialistisch zijn dat rechters, officieren en advocaten blind op de conclusie moeten kunnen vertrouwen. Het tegendeel aantonen is volgens hem veelal ondoenlijk.
Volgens De Telegraaf rommelt het al langer bij het NFI. De instantie zou lijden onder geldproblemen en een verziekte bedrijfscultuur. Directeur Reinout Woittiez moest opstappen nadat medewerkers de top van het instituut het rapportcijfer 3 hadden gegeven.