Utrecht in de clinch met Kamer over hoofdbedekking boa’s
De gemeenteraad van Utrecht wil dat burgemeester Sharon Dijksma het voor de zomer in orde maakt dat boa’s religieuze hoofdbedekking mogen dragen als onderdeel van hun uniform. Aanvankelijk wilde zij dat ook, maar half december stemde de Tweede Kamer tegen het Utrechtse plan. De raad neemt hier geen genoegen mee.
Door boa’s toe te staan een hoofddoek of een keppeltje te dragen, verwacht de gemeente makkelijker vacatures te kunnen vervullen. Daarmee zou meteen de diversiteit in het boa-bestand toenemen. Raadsleden gaan er nu van uit dat gelovigen niet als boa willen werken, omdat zij geen door hun religie voorgeschreven hoofdbedekking mogen dragen. Met name de PVV was tegen het plan en diende daarom half december een motie in, die op een ruime meerderheid in de Tweede Kamer kon rekenen. Net als politieagenten, dienen boa’s een neutrale uitstraling te hebben, vinden tegenstanders van het Utrechtse initiatief.
Voorlopig geen besluit
Niet alleen politici zijn tegen religieuze hoofdbedekking voor boa’s. Ook de Nederlandse BOA Bond vindt het onwenselijk als handhavers en toezichthouders een hoofddoek of keppeltje mogen dragen. Net als de Kamerleden vindt de vakbond dat dit de neutraliteit van de boa’s aantast. Het kan de boa’s bovendien kwetsbaarder maken voor agressie.
Burgemeester Dijksma heeft aangegeven dat er voorlopig geen besluit komt over het wel of niet dragen van religieuze hoofdbedekking door boa’s. Zij wil eerst afwachten wat gesprekken tussen minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz en de Vereniging van Nederlandse gemeenten gaat opleveren.
Werkgever bepaalt
Fractievoorzitter Mahmut Sungur van Denk in de Utrechtse gemeenteraad vindt dat uitstel niet tot afstel mag leiden. Hij wijst erop dat tachtig procent van de raad heeft ingestemd en dat niet de Tweede Kamer bepaalt wat werknemers van de gemeente mogen dragen. Volgens hoogleraar cross-cultureel recht Tom Zwart van de Universiteit Utrecht heeft het Hof van Justitie, dat toeziet op naleving van de Europese regelgeving, onlangs geoordeeld dat het aan de werkgever is om te bepalen of het dragen van religieuze uitingen door werknemers al dan niet is toegestaan. En de werkgever is de gemeente Utrecht en niet de Tweede Kamer.