VEB vergroot vakmanschap met nieuwe beveiligingsopleiding
Het gebeurt regelmatig dat een verzekeringsmaatschappij inbraakschade niet vergoedt omdat men vindt dat de beveiliging tekort is geschoten. Daarom komt branchevereniging VEB met een nieuwe opleiding waarin onder andere wordt ingegaan op hoe inbrekers beveiligingsmaatregelen weten te omzeilen.
Veel beveiligingsbedrijven werken netjes volgens de regels en bevestigen dat met een certificaat of opleveringsbewijs. Voor lagere en middelgrote risico’s volstaat dit in de regel, maar bij hogere risico’s ligt dit anders. Daar heeft men te maken met uiterst professionele inbrekers, die rekening houden met de beveiligingsvoorzieningen om ongemerkt hun slag te kunnen slaan. Eerst vindt een verkenning plaats en dan besluit men bijvoorbeeld via het dak of de vloer in te breken, omdat bekend is dat dit niet gedetecteerd wordt.
Schade verhalen
Er zijn gevallen bekend waarbij de verzekeraar een teleurgestelde klant adviseerde om de inbraakschade op het beveiligingsbedrijf te verhalen. Ook dat is een reden voor de Vereniging Erkende Beveiligingsbedrijven om leden te wijzen op bijzondere modus operandi, waartegen de meeste beveiligingsoplossingen geen soelaas bieden.
De cursus, waarvan 11 maart een pilot werd gedraaid, bevat ook een herhaling van de theorie rond de Verbeterde Risicoklassenindeling (VRKI) voor woningen en bedrijven en er wordt ingegaan op de zwakheden van bepaalde beveiligingstechnologieën zodat daarmee in de projectering rekening gehouden kan worden. Speciale aandacht gaat uit naar het gevoelige onderwerp alarmtransmissie.
Over sommige onderwerpen, vooral de alarmtransmissie, braken tijdens de pilot onvermijdelijk discussies los. Veelal hadden die betrekking op de regelgeving, waarbij de regelgeving (m.n. de VRKI) leidend bleef. Andere suggesties van de proefcursisten leidden wel tot aanpassingen van de uiteindelijke opleiding. De pilot leerde dat de oorspronkelijk geplande opleiding te intensief was. Daarom zal deze in de praktijk in delen gedoceerd gaan worden. Ook wordt nog aan aanvullende onderwerpen gedacht.