Verhalen van schade op relschoppers gaat moeizaam

Van de naar schatting één miljoen euro schade die veroorzaakt is tijdens de coronarellen is tot nu toe pas 78.000 euro op de daders verhaald. Dat schrijft minister Dilan Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer. De aangehouden daders moeten gezamenlijk 260.000 euro betalen.
Betogingen tegen het instellen van de avondklok in januari 2021 ontaarden in vandalisme, plunderingen en geweld. De totale verzekerde schade als gevolg van deze rellen wordt door het Verbond van Verzekeraars geschat op 1 miljoen euro. Verzekeraars kunnen via een civiele procedure het door hen uitgekeerde bedrag proberen te verhalen op de daders. Dat gaat via het zogenaamde regresrecht. Voorwaarde is wel dat de verzekeraar weet wie de dader is. Het is niet bekend hoe vaak verzekeraars hiervan gebruik maken.
Veroordelingen
Uit cijfers van het Openbaar Ministerie (OM) en de Rechtspraak blijkt dat er 404 verdachten van de betreffende rellen zijn geregistreerd, waarvan er 312 uiteindelijk zijn gedagvaard of opgeroepen. Bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) zijn van 59 daders veroordelingen bekend waarbij een schadevergoedingsmaatregel is opgelegd met in totaal een schadebedrag van ruim 260.000 euro. In deze zaken hebben slachtoffers zich gevoegd als benadeelde partij met hun schade. Deze schadevergoedingen komen ten goede aan 56 benadeelde partijen. Op 1 september was daarvan ruim 78.000 euro geïnd. Dit betekent dat sinds 19 januari het bedrag dat bij de daders is geïnd, is verdubbeld. De inning van het resterende bedrag loopt nog volop, aldus de minister.
Lager schadebedrag
Eerder liet de minister de Kamer weten dat het bij de schadevergoedingsmaatregel ging om een totaalbedrag van ruim 551.000 euro. Dit bedrag is nu lager omdat bleek dat meerdere daders soms verantwoordelijk zijn voor één schadebedrag, de zogenaamde hoofdelijke aansprakelijkheid. Als bijvoorbeeld vier daders samen een winkelruit van 1000 euro vernielen zijn zij allemaal aansprakelijk voor de totale schade. Bij het CJIB komen dan (op verschillende momenten) vier vonnissen binnen met 1.000 euro, dus in totaal 4.000 euro. Dat bedrag is dan door het CJIB geteld. Soms zien meerdere opgelegde schadevergoedingsmaatregelen bij verschillende daders dus op dezelfde schade. Dit is door het CJIB doorgevoerd in de systemen. Daarom is het totaalbedrag naar beneden gegaan.
Inning van de schadevergoeding
Op het moment dat een vonnis wordt aangeleverd bij het CJIB, start de inning van de schadevergoedingsmaatregel direct. Het CJIB zet alles op alles om zoveel mogelijk geld bij de daders te innen en heeft daartoe diverse mogelijkheden. Dat kan bijvoorbeeld door middel van een betalingsregeling, het inzetten van een deurwaarder of het dwangmiddel gijzeling. Het CJIB blijft altijd proberen het schadebedrag te innen zolang de tenuitvoerleggingstermijn loopt. Deze termijn verschilt per delict, maar is in het algemeen meerdere jaren. In het algemeen is het inningspercentage van schadevergoedingsmaatregelen na drie jaar circa 70 procent en na 10 jaar ruim 80 tachtig.
Regeling voor bedrijven
Na de rellen is de Regeling bedrijvenschade coronarellen opgesteld om ondernemers schadeloos te stellen, als die hun schade niet via een verzekering of op een andere manier vergoed kregen. Vanuit de Regeling, die is uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), is aan 36 ondernemers in totaal een bedrag van 228.150 euro aan schade vergoed. Ondernemers die beroep deden op de Regeling hebben automatisch hun schadevordering op de dader overgedragen aan de overheid via een akte van cessie. De gedachte hierbij was dat de overheid de schade waarvoor een uitkering was verstrekt alsnog op de daders zou kunnen gaan verhalen. Dit is volgens de minister echter complex, omdat er wel gegevens van het slachtoffer, maar niet van de dader bekend zijn. Het OM heeft in twee zaken als proef gekeken of een dader aan de schade kan worden gekoppeld. In één zaak is dit gelukt.
Ervaring met verhalen van schade
Daarnaast heeft de minister de afgelopen periode bekeken hoe het verhalen van de via deze Regeling geclaimde schade praktisch uitgevoerd kan gaan worden. Zij voerde daartoe verkennende gesprekken met de Landsadvocaat en de Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling (SoDa). Dit zijn beide organisaties die veel ervaring hebben met het verhalen van schade. Zodra bekend is hoeveel daders er gekoppeld kunnen worden aan de schade en voor welk schadebedrag, zal de minister nader in gesprek gaan met beide partijen. De verwachting is wel dat niet in alle gevallen een dader bekend zal worden en dat het innen van de schade mogelijk arbeidsintensief zal zijn. Niettemin vindt zij het belangrijk dat daders zoveel als mogelijk betalen voor de schade die zij hebben veroorzaakt.
Significante schadebedragen
Volgens de minister is een groot aantal daders van de coronarellen in januari 2021 opgespoord en is een aantal van hen ook veroordeeld tot het betalen van significante schadebedragen. Er zijn bij het verhalen van de schade op daders dus zeker resultaten geboekt, maar zij constateert ook dat de mogelijkheden hiertoe in praktijk begrensd kunnen zijn. Dat is inherent aan dergelijke rellen waarbij sprake is van onoverzichtelijke, chaotische situaties. Dat soort situaties maakt het – ook achteraf – lastig om een concrete schade te koppelen aan een individuele dader. De minister belooft de Kamer zich te blijven inspannen om de schade zoveel als mogelijk te verhalen op de daders. Want het is volgens haar belangrijk dat niet de overheid en dus de belastingbetaler maar de daders opdraaien voor de schade die zij hebben aangericht.