‘Verlaging werkgeverslasten moet topprioriteit worden’

Verlaging van de werkgeverslasten moet de topprioriteit worden van de beleidsagenda van het Nederlandse bedrijfsleven. Zo moet de regering worden aangezet tot daadwerkelijke maatregelen om de stijging van steeds verder oplopende kosten terug te draaien. Dat zeggen onder andere Ard van der Steur, voorzitter van de Nederlandse Veiligheidsbranche, en Doekle Terpstra van Techniek Nederland.
Niet alleen Van der Steur en Terpstra luiden de noodklok. De voorzitters van maar liefst achttien bedrijfstakverenigingen hebben de brief ondertekend, die gestuurd is naar de voorzitters Thijssen en Vonhof van respectievelijk VNO-NCW en MKB Nederland, de centrale organisaties van het bedrijfsleven. Aanleiding voor het schrijven van de brief is de voorgenomen afschaffing van het zogenoemde Lage Inkomensvoordeel (LIV). Dat is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een laag loon. Hierdoor dalen de loonkosten voor de werkgever zodat de kans op werk voor deze categorie werknemers toeneemt.
Bijkomende lasten steeds hoger
Werken moet lonen voor de werknemer, vinden de voorzitters, maar de bijkomende lasten zijn veel te hoog en worden steeds hoger. De brancheverenigingen wijzen er op dat in weerwil van allerlei afspraken en voornemens de kosten van het in dienst hebben van medewerkers al jarenlang oplopen. Daarmee komt de continuïteit van bedrijven in gevaar. Onder meer wijzen ze op de doorwerking van de verhogingen van het minimumloon. Die heeft niet alleen tot gevolg dat de laagste lonen stijgen, maar veroorzaakt ook een ‘opwaartse druk’ op de lonen voor hogere functies. Zij spreken nadrukkelijk de beeldvorming tegen dat de winstgevendheid in het bedrijfsleven enorm is en dat bedrijven de lasten wel kunnen dragen.









































































































