Vliegverbod van 5 jaar voor wangedrag bij KLM of Transavia

Het is in principe verboden om ‘zwarte lijsten’ te delen met andere bedrijven, maar KLM en Transavia hebben het toch voor elkaar gekregen. Wie zich ernstig misdraagt bij een van de twee, komt bij beide voor 5 jaar op de No Fly-lijst te staan. Men wil deze samenwerking uitbreiden naar alle luchtvaartmaatschappijen.

KLM en Transavia zijn de eerste luchtvaartmaatschappijen wereldwijd die gegevens van passagiers uitwisselen voor een No Fly-lijst. Wat in hun voordeel speelde was dat beide tot hetzelfde moederbedrijf behoren. De maatschappijen doen nu een oproep aan de politiek en (internationale) beleidsmakers om het mogelijk te maken gegevens van bepaalde personen met andere luchtvaartmaatschappijen uit te wisselen. Het gaat dan om mensen die de vliegveiligheid in gevaar hebben gebracht. Door een collectief vliegverbod krijgen ze minder kans om dit opnieuw te doen. Dit moet bijdragen aan het vergroten van de algemene vliegveiligheid. Daarnaast gaat er een preventieve werking uit van deze maatregelen, aldus KLM.

Hoogste prioriteit
Paul Terstegge, executive vice president Inflight Services bij KLM, zegt dat de maatregel hard nodig is. “Veiligheid aan boord heeft de hoogste prioriteit. De gevolgen van passagiers die zich misdragen zijn groot; dit heeft een grote impact op onze passagiers en onze eigen medewerkers. Elke vorm van fysiek geweld richting onze crew of medepassagiers is onacceptabel. Daarnaast levert het vertragingen op, wat heel vervelend is voor passagiers en hoge kosten betekent voor luchtvaartmaatschappijen.”

Zeer bedreigende situatie
Daan Pijzel, hoofd dienst cabine bij Transavia, voegt daaraan toe: “Als er personen aan boord zijn die ontoelaatbaar gedrag vertonen, ontstaat in zo’n kleine ruimte een zeer bedreigende situatie. Of het nu gaat om fysiek geweld of het delen van dreigende beelden via bijvoorbeeld Airdrop. We zien dat dit vaker gebeurt, onlangs nog op een vlucht naar Kroatië. Wat misschien wordt bedoeld als ‘grap’ leidt tot grote onrust bij passagiers, waaronder kinderen. En ook voor onze eigen crew is dit gedrag onacceptabel. Het niet kunnen vliegen voor vijf jaar met zowel Transavia áls KLM is een stevig signaal en doet recht aan de onveilige situatie die zo’n passagier veroorzaakt.”

Groei meldingen ontoelaatbaar gedrag
Ontoelaatbaar gedrag aan boord is een groeiend probleem. In coronatijd groeide het aantal meldingen van dit gedrag aan boord. Bij KLM zijn er per maand gemiddeld vijf meldingen van ontoelaatbaar gedrag waarbij de passagiers een vliegverbod krijgen. Bij Transavia is dat gemiddeld eens per maand. Hoewel het aantal meldingen na corona daalde, zien de luchtvaartmaatschappijen nu toch weer een stijging. Dit gedrag op grote hoogte heeft een grote impact op zowel passagiers als de crew aan boord van de vliegtuigen.

Complexe regelgeving
KLM en Transavia hebben intensief moeten onderzoeken hoe de zwarte lijsten op de juiste wijze met elkaar te delen zijn. Dit traject heeft lang geduurd omdat de luchtvaartmaatschappijen, zelfs terwijl zij onderdeel uitmaken van dezelfde groep, stuitten op complexe en soms onduidelijke regelgeving. Toch zijn beide luchtvaartmaatschappijen erin geslaagd om beleid en processen zo op elkaar af te stemmen dat het mogelijk is om deze gegevens te delen, met inachtneming van alle bestaande regelgeving rondom privacy. Met deze maatregelen is nu een eerste stap gezet naar het delen van gegevens van ‘No Fly-lists’. Het is nu de uitdaging hoe dit verder gebracht kan worden in Nederland en wellicht ook in Europa.

Oproep aan politiek en autoriteiten
Door het stijgend aantal incidenten en de ernst en impact hiervan pleiten Transavia en KLM ervoor om te onderzoeken of luchtvaartmaatschappijen onderling meer gegevens kunnen gaan delen om de vliegveiligheid te bevorderen. Zij doen daarom in de eerste plaats een oproep aan de politiek en autoriteiten om meer (juridische) mogelijkheden te creëren voor luchtvaartmaatschappijen zodat zij, tenminste binnen de landsgrenzen, informatie over ‘No Fly Lists’ kunnen uitwisselen.

Internationale regelgeving en harmonisatie
Op termijn zou toegewerkt moeten worden naar internationale regelgeving en harmonisatie. Problemen met betrekking tot ontoelaatbaar gedrag van passagiers overstijgt immers luchtvaartmaatschappijen en landsgrenzen en is van groot belang voor het verder verbeteren van de veiligheid in de luchtvaart. Echter, in veel landen is regelgeving niet aanwezig of dusdanig versnipperd dat het delen van informatie die de vliegveiligheid kan bevorderen, überhaupt niet mogelijk is.

Deel dit artikel via: