VNG: Onderscheid boa en politie moet blijven
De buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) openbare ruimte is van onschatbare waarde voor de veiligheid van burgers en de leefbaarheid van de buurt. Om zijn gezag en herkenbaarheid te versterken realiseert de VNG een landelijk model uniform.
Het onderscheid tussen boa en politie moet blijven bestaan. Een ontwikkeling naar gemeentepolitie is onwenselijk. De VNG stelt dit in haar document ‘Visie boa in de openbare ruimte’. Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie nam het 26 november in ontvangst.
“De boa is een op zichzelf staand beroep, met een andere positie in de samenleving dan de politie. Boa en politie moeten naast elkaar werken, niet in plaats van elkaar worden ingezet. Capaciteit van de politie in de wijk dient te worden gewaarborgd als achtervang voor het belangrijke werk van de boa,” aldus Annemarie Jorritsma, voorzitter van de VNG.
De boa is er om te handhaven op veiligheid en leefbaarheid. Hij moet interveniëren, maar ook stevig optreden tegen veelvoorkomende aantastingen van leefbaarheid in de buurt zoals te vroeg buitengezet huisvuil, zwerfafval en parkeerovertredingen. Het bevoegdhedenpakket van de boa moet logischer en samenhangend zijn. Het kan wat gemeenten betreft worden uitgebreid met optreden tegen lichte verkeersovertredingen. Optreden tegen criminaliteit behoort juist niet tot de taken van de boa. “Dit hoort bij onze politie. Het vraagt om heel andere bevoegdheden en bijbehorende opleidingseisen en vaardigheden. Laten we geen dingen dubbel organiseren in dit land,” aldus Jorritsma.
De boa moet daarom ook geen geweldsmiddelen als een wapenstok of pepperspray gebruiken. Maar een andere uitrusting is wel aan de orde. Om het gezag en de herkenbaarheid van de boa te versterken realiseert de VNG een landelijk model uniform. De VNG wijst erop dat de opleidingseisen van de boa zijn verzwaard, zonder dat dit er overigens toe moet leiden dat de opleiding politiekenmerken krijgt. “Het blijft noodzakelijk dat de politie voldoende capaciteit beschikbaar heeft en snel ter plaatse kan zijn voor de boa’s, die ook de oren en ogen van de politie zijn.”
Tot slot willen gemeenten dat een enkel wetsartikel wordt geschrapt. Nu is het nog zo geregeld dat de minister van Veiligheid en Justitie aan moet geven dat voor de uitoefening van een bepaalde taak de inzet van de boa noodzakelijk is en een beroep op de politie onwenselijk. “Deze toets van de minister is ouderwets en moet worden geschrapt, omdat de boa wordt ingezet op basis van een lokaal integraal veiligheidsplan en het bepalen van de inzet een lokale aangelegenheid is.”
Link: Visie boa in de openbare ruimte (pdf)