De Vlaamse Slotenmakersunie (VSU) en haar Waalse tegenhanger, de Fédération Nationale des Serruriers (FNS), gaan nauwer samenwerken om de Belgische slotenmakersector te professionaliseren. Beide vakverenigingen willen hun leden sterker motiveren om het label ‘Gecertificeerd slotenmaker’ te behalen en pleiten voor strengere kwaliteitsnormen binnen het beroep.

Volgens VSU-voorzitter Marc Cleymans is de wildgroei in de sector mede te wijten aan het afschaffen van de verplichting tot een diploma bedrijfsbeheer om als zelfstandige aan de slag te mogen. Hierdoor kan vrijwel iedereen een slotenmakersbedrijf opstarten, wat de kwaliteit onder druk zet. In overleg met FNS-voorzitter Olivier Bertuzzi bleek dat ook de Waalse organisatie dezelfde zorgen deelt. “We willen voortaan met één stem spreken richting overheden en zelfstandigenorganisaties. Samen vertegenwoordigen we al 135 slotenmakers, een aanzienlijk marktaandeel”, aldus Cleymans.

Malafide praktijken tegengaan
Een belangrijke doelstelling is de erkenning van een aparte Nacebel-code voor zelfstandige slotenmakers, die nu nog onder de brede categorie van ‘ijzerwarenproducenten’ vallen. Een aparte code zou het beroep duidelijker afbakenen en malafide praktijken tegengaan. VSU blijft daarnaast inzetten op het promoten van het kwaliteitslabel ‘Gecertificeerd slotenmaker’, dat wordt toegekend aan vakmensen met aantoonbare ervaring, correcte administratieve documenten en een blanco strafblad. Gecertificeerden krijgen op de VSU-website een aparte vermelding en er wordt gewerkt aan opname in officiële overheidslijsten.
Ook gezamenlijke opleidingen moeten bijdragen aan verdere professionalisering. VSU en FNS plannen trainingen rond onder meer het schadevrij openen van deuren, vooral gericht op nieuwe leden. “Samenwerking is essentieel om het kaf van het koren te scheiden en de sector naar een hoger niveau te tillen”, besluit Cleymans.