Winkeliers mogen camerabeelden met politie delen
Bouwmarkten die camerabeelden met de politie delen van klanten die verdacht gereedschap kopen overtreden hiermee niet de privacywetgeving, zegt minister Opstelten.
De bouwmarkten bepalen zelf welke voorvallen ze onder aandacht van de politie willen brengen naar aanleiding van verdacht gedrag of verdachte interesse voor onlogische combinaties van gereedschap, aldus de minister van Veiligheid en Justitie. Opstelten reageerde op Kamervragen van PvdA-Kamerleden Marcouch en Oosenbrug.
Verschillende bouwmarkten in Ede, Wageningen, Barneveld en Veenendaal waren een project begonnen waarbij de aankoop van een aantal specifieke gereedschappen zoals grote schroevendraaiers, breekijzers en beitels in de gaten werd houden, in de strijd tegen woninginbraken. Zo bleek uit ervaringen van de bouwmarkten onder meer dat de grootste exemplaren voorhamers slechts enkele keren per jaar bij een vestiging worden verkocht.
Dit project is gericht op het opwerpen van barrières voor het aanschaffen van gereedschap met als doel om dit te gebruiken bij het plegen van woninginbraken, zegt Opstelen. Dit project is dus niet rechtstreeks gericht op opsporing in strafrechtelijke zin. Als op de camerabeelden personen te zien zijn die de politie herkent als actieve inbrekers, dan kan zij deze personen hierop aanspreken. Dit kan op zichzelf al een preventieve werking hebben. Ook kunnen uit dit contact al dan niet gecombineerde met informatie uit andere bronnen aanwijzingen naar voren komen dat er sprake is van strafbare (voorbereidings)handelingen. In dat geval zal verdere actie volgen.
Volgens Opstelten zagen de deelnemende bouwmarkten het als hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om de politie informatie te verschaffen over aankopen die naar hun inschatting verdacht zijn en mogelijk te maken hebben met de voorbereiding van een inbraak. De bouwmarkten werden recent echter vanwege het cameraproject genomineerd voor de Big Brother Awards. Gamma en Karwei in de omgeving Ede besloten uiteindelijk van deelname aan het project af te zien.
Van een ongeoorloofde schending van de privacy is volgens Opstelten geen sprake. De bouwmarkten hebben, net als veel andere winkeliers, een privacyreglement dat mede omvat het houden van toezicht met camera’s en een registratie van betaalgegevens. De politie is op grond van de Wet politiegegevens bevoegd om kennis te nemen van informatie die in de vorm van tips wordt aangeboden. Ook worden door de politie geen gegevens in de vorm van kassabonnen of camerabeelden meegenomen.
Hoe effectief deze aanpak in de praktijk is, ook in relatie tot de benodigde inspanning, zal een evaluatie over een langere periode moeten uitwijzen, aldus de minister.