Worden criminelen slimmer door televisieseries als CSI?

Er zijn verschillende televisieseries waarin forensisch onderzoek centraal staat.  In Duitsland is nu onderzocht of criminelen daarmee hun voordeel kunnen doen. Laten zij bijvoorbeeld minder vaak sporen na? Hierover schrijft dagblad Trouw.

In de afleveringen van de televisieseries is goed te zien hoe justitie technisch onderzoek verricht op plaatsen delict. Crime Scene Investigation begon in 2000 en heeft inmiddels vele varianten, die wereldwijd door tientallen miljoenen mensen worden bekeken, waaronder mogelijk criminelen. De psychologen Andreas M. Baranowski, Anne Burkhardt, Elisabeth Czernik en Heiko Hecht van de universiteit van Mainz in Duitsland besloten eens te onderzoeken of criminaliteit daardoor ‘slimmer’ geworden is. Hiervoor keken zij onder andere naar Amerikaanse misdaadstatistieken. Het bleek dat het percentage opgeloste zaken daalt, maar die trend had zich al ingezet toen CSI nog niet werd uitgezonden.

Experiment
Natuurlijk zijn er ook misdaden die buiten de statistieken blijven omdat er geen aangifte wordt gedaan. Daarom vroegen de onderzoekers ook aan misdadigers in gevangenissen waar zij hun kennis vandaan halen. Die bleek vooral afkomstig van vrienden en niet van CSI. Misschien dat criminelen die wél goed naar CSI kijken nooit worden ontdekt. Dus deze de onderzoekers ook een experiment met studenten. Een groep was CSI-fan. De andere groep kijkt nooit naar de series. De studenten moesten een laptop stelen, zonder sporen achter te laten. Ook moesten zij sporen wegwerken van een (zogenaamd) gepleegde moord. Er bleek geen verschil te zijn tussen beide groepen. De CSI-kijkers lieten evenveel sporen achter als de andere groep. Wel bleken mannen beter in het wegmaken van sporen dan vrouwen. Ook technici deden het beter dan theoretici. Wel concluderen de onderzoekers dat criminelen tegenwoordig beter weten dat zij op grond van DNA opgespoord kunnen worden, maar dat komt eerder door schade en schande dan door CSI.

Het onderzoek is gepubliceerd in International Journal of Law, Crime and Justice.

Deel dit artikel via: