In Zoetermeer blijken relatief veel geradicaliseerde moslims te wonen. Maandag werden er twee opgepakt op verdenking van het voorbereiden van een aanslag. Eerder vertrokken vijftien inwoners van de stad naar Syrië om daar te gaan vechten. Het vermoeden bestaat dat de Al-Qibla-moskee een centrale rol speelt.

Zoetermeer heeft volgens deskundigen al jaren te maken met radicalisering onder jongeren. Er zijn meer zogenoemde jihadgemeenten, maar de satellietstad van Den Haag spant de kroon. Dat wil volgens terrorismedeskundige Jelle van Buuren van de Universiteit Leiden niet zeggen dat er sprake is van één organisatie, al is het wel waarschijnlijk dat er onderlinge banden bestaan. De radicalisering wordt door sommigen toegeschreven aan Mohamed Talbi, die met zijn Nederlandstalige preken in Al-Qibla-moskee in de wijk Meerzicht een grote populariteit verwierf onder jongeren. Hij werd door het bestuur van de moskee echter verdacht van het ronselen van jongeren voor je jihad. Op zijn advies zouden tientallen jongeren naar Syrië zijn vertrokken. Talbi en zijn aanhangers verweten op hun beurt dat imam Baghdad Kaddouri en het moskeebestuur ‘verwesterd’ waren, wat tot ruzie leidde.

Contact
Burgemeester Charlie Aptroot greep in en verbood Talbi de toegang tot de Al-Qibla-moskee. Die vertrok naar Syrië en nam daar de naam Abu Bashir al-Hollandi aan. Mogelijk is hij gesneuveld, want sinds 2013 werd niets meer van hem vernomen. Ook acht van zijn aanhangers hebben de strijd waarschijnlijk niet overleefd. Vier strijders zijn teruggekeerd en wonen nu weer in Zoetermeer waar ze volgens Van Buuren niet direct een gevaar vormen, maar voor de zekerheid wel in de gaten worden gehouden. De gemeente werkt hiervoor nauw samen met de politie en de AIVD. Waarschijnlijk lukte het de autoriteiten daarom ook om twee verdachten op te pakken, die kennelijk bezig waren met het voorbereiden van een aanslag. Aptroot verklaarde onlangs dat hij regelmatig contact heeft met de moskeeën in Zoetermeer sinds de problemen met ‘haatimam’ Talbi.
Naast Zoetermeer houdt de AIVD diverse andere gemeentes in de gaten vanwege het relatief hoge aantal jihadstrijders. Dat zijn Almere, Amsterdam, Amersfoort, Arnhem, Culemborg, Delft, Den Haag, Eindhoven, Gouda, Haarlemmermeer, Hilversum, Huizen, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Schiedam, Utrecht en Zwolle. Deze steden hebben van het Rijk 6 miljoen euro ontvangen voor het opzetten van antiradicaliseringsbeleid.