40 procent van uitgeschreven coronabonnen niet in orde
Op 10 mei waren er sinds de start van de noodverordening 18.200 strafbeschikkingen uitgeschreven. Het Openbaar Ministerie zegt dat maar liefst 40 procent hiervan werd teruggestuurd, wegens het ontbreken van gegevens. In maart was dat overigens nog 60 procent.
Tussen 16 maart en 10 mei heeft het Openbaar Ministerie 207 misdrijfzaken in relatie tot Covid-19 in behandeling genomen. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen die hoesten of spugen richting agenten en andere mensen met een publieke taak, waarbij ze beweren besmet te zijn met het coronavirus. Naast de misdrijven zijn er ook de overtredingen van de regionale noodverordeningen. Hiervoor zijn de afgelopen weken circa 7.400 strafbeschikkingen uitgevaardigd. Bijvoorbeeld vanwege onvoldoende afstand houden of het zich bevinden in een verboden gebied.
Misdrijfzaken
Bij de meeste coronagerelateerde misdrijfzaken (76) zijn politieagenten het slachtoffer. In 34 gevallen gaat het om andere beroepsbeoefenaren, zoals bijvoorbeeld BOA’s of medewerkers van een ziekenhuis. Ook openbaar vervoerpersoneel is slachtoffer geworden van coronagerelateerde misdrijven: het OM heeft zes van dit soort zaken in behandeling genomen. Het gaat in de meeste gevallen om bedreiging. In sommige gevallen gaat het ook om geweld.
Voorbeelden van andere coronagerelateerde misdrijfzaken zijn geweld tegen ziekenhuispersoneel (2) en winkeldiefstal (19). Het gaat dan bijvoorbeeld om verdachten van winkeldiefstal die winkelpersoneel of agenten in het gezicht spugen of hoesten.
164 dagvaardingen
In de 207 misdrijfzaken zijn 164 verdachten gedagvaard. Dat wil zeggen dat deze voor de (snel)rechter moe(s)ten verschijnen. Zeven verdachten hebben een OM-strafbeschikking gekregen. Bijvoorbeeld een boete of een taakstraf. Negentien zaken zijn geseponeerd, meestal omdat er niet genoeg bewijs is. In de resterende zeventien zaken moet het OM nog een beslissing nemen.
Teruggestuurd
Naast de misdrijfzaken zijn er ook de overtredingen van de regionale noodverordeningen rondom corona. Die komen bij het OM binnen in de vorm van processen-verbaal (pv) die zijn opgemaakt door bijvoorbeeld politieagenten of BOA’s. Op peildatum 10 mei waren dat er circa 18.200. De pv’s worden door het OM beoordeeld, voordat er een strafbeschikking in de vorm van een geldboete wordt opgelegd. Op de peildatum waren circa 7.400 strafbeschikkingen uitgevaardigd vanwege overtreding van de noodverordeningen. Een deel van de pv’s moet nog beoordeeld worden, een ander deel is teruggestuurd naar de verbalisant voor aanvulling.
Niet afgekeurd
Toen de noodverordeningen pas waren ingegaan, werd ongeveer 60 procent van de pv’s teruggestuurd naar de verbalisant die het pv had opgemaakt, met het advies het proces-verbaal aan te vullen. Het percentage pv’s dat teruggestuurd wordt naar de verbalisant ligt inmiddels rond de 40 procent. Dat pv’s worden teruggestuurd, betekent niet dat ze worden afgekeurd. De pv’s die zijn teruggestuurd naar de verbalisanten kunnen, na aanvulling, opnieuw ingestuurd worden. Er kan dan alsnog een strafbeschikking opgelegd worden. Een strafbeschikking wordt alleen opgelegd nadat een pv door het OM is beoordeeld en de schuld van de verdachte aan het betreffende feit is vastgesteld.
Er was op 11 mei 2020 zeventig keer verzet ingesteld tegen een strafbeschikking op grond van de noodverordening. Deze verzetschriften zullen inhoudelijk worden beoordeeld. Tenzij de officier van justitie de opgelegde strafbeschikking intrekt, zullen deze zaken aan de rechter worden voorgelegd en wordt de bestrafte opgeroepen om op een zitting te verschijnen.
HALT-afdoening
Bij jongeren die zich na waarschuwen niet aan de noodverordening houden, wordt waar mogelijk gekozen voor een HALT-afdoening. Als de jongere akkoord gaat met een HALT-afdoening en deze met goed resultaat afrondt, komt dit in de plaats van de geldboete van 95 euro. Dit geldt alleen voor de eerste keer dat jongeren de maatregelen overtreden. Bij de HALT-afdoening wordt nog eens heel duidelijk uitgelegd wat het nut en de noodzaak is van de noodverordening en waarom het zo belangrijk is dat de jongere zich hieraan houdt. Ook ouders worden daarbij betrokken en op hun verantwoordelijkheid gewezen.
Bij de tweede geconstateerde overtreding van de noodverordening, krijgt de jongere een boete van 95 euro.
Vanaf de derde overtreding door dezelfde jongere, wordt de zaak voorgelegd aan het lokale OM-parket. Daar wordt gekeken naar een OM-beslissing op maat. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat de jongere zich voor de rechter moet verantwoorden. In de tussentijd kan hij dan bijvoorbeeld een gebiedsverbod krijgen of verplicht worden zich op gezette tijden te melden.
Boetes voor meerderjarigen bedragen 390 euro. Ook voor hen geldt dat vanaf de derde overtreding het lokale parket een OM-beslissing op maat zal maken.